United States or Algeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ze komt vroem oem te trijwe!" zei Pallieter, "en dan komde allemaal oep de fiest!" Daarop begonnen ze allen gelijk te zingen: "Zonder ons Marieke kunne wij nie wezen, Zonder ons Marieke kunne wij nie zijn!" 't Was buiten nu een aangename lucht met velerhande geuren.... Zij wandelden arm in arm, langs den Nethedijk, en zwegen geroerd door den innigen avondstond.

"Ni," zei Pallieter, de pastoor neerzettend, "voeld is hoe aangenaam het is, zoe te wandelen oep het water." En alzoo lieten zij zich meedrijven op de Nethe. Charlot had het gezien, kwam wanhopig naar buiten geloopen, trok aan heur haar en riep heel de streek bijeen. "Zij verdrinke, menhier pastoer verdrinkt! Een koor, 'n koor, kom, hulp!!"

"Hela!" riep men verward van alle kanten Pallieter toe, "gij gaat er e kasteel mee winne! Gij wordt nij zoo rijk as de zie diep is! Geft er mor 'n tonneken ouwen bruin oep, 't kan er nij af!" Pallieter verschoot, zag verbaasd rond: "Wa' betiekend dat allemaal!?"

"Allé dan, in de vischkamer!" riep Pallieter, en Fransoo wrong zich door het vierkant in den bak, en liet er alleen zijn blozenden, lachenden bacchuskop boven uitsteken. En daarop riep Fransoo: "dor moet oep gedroenke weurre, lot ons in e stamineeke gaan." "Ni!" zei Pallieter, "as we thuis kome." "Dor zet ik 'n pijp oep," riep Fransoo, en hij smoorde een pijp uit zijn dikken kop.

Het kargedokker was nu dichterbij gekomen, en Pallieter zag tegen het vale licht van den grond de gaande pooten van het paard en het onregelmatig scheefschokken der hooge wielen. En boven op het opgeladen gers herkende hij de meid van een boer uit de geburen. "Eh!" riep Pallieter, bij een plots gedacht, "mag ik oep oe kar kome?" "Ja, kom mor!" riep ze verblijd.

En Pallieter zag Charlot, de jubilarisse, met opgeheven rokken, zoodat hij tot aan de knieën bijna haar dikke pileerrechte beenen zag alleen loopen onder een purpelen zonnescherm. Hij riep haar. Zij kwam afgeloopen, lamenteerde: "Och Bruur, kiert algau nor huis, en mokt de kaffe geried, 'k zien gruun van den hoenger." "Kom stap oep!"

Beiden zwegen, bleven staan en zagen naar den honingpot. Was die pot nu maar leeg. "Kom," zei Fransoo "lot ons oep 'n hoef ne pot hale." "Allé dan!" en zij rolden het tonneken over den witten weg. Zij kwamen aan een korenplek, half afgemaaid, en ginder in den elzenkant zaten er pikkers en bindsters hunnen vier-uren-koffie te schoven.

"'t Is er oep, 't is er oep!" galmden Pallieter en Marieke. Daar vielen de eerste, groote lauwe druppels op hun dunne kleeding. Ze pletsten koel op hun doorwarmd vleesch, en 't gaf een diepzinkende deugd. En ginder over de verre hoeven schemerde het landschap weg achter een stuivende regenvlaag, die haastig kwam afgezakt, en meteen kletterend op het water kletste.

Charlot, reeds bezig aan 't peekens en spruitjes kuischen voor de soep, die al over 't vuur hing met een groot stuk ossenvleesch erin, kwam mee buiten en vroeg: "Och, da moet plizant zijn, ma 'k is meê rijë tot on de smet?" "Zit mor in," zei Marieke. Charlot zette zich in de slee en zuchtte van de deugd. "Mor ma gij nor huis brenge," zei ze nog, "want man soep staat oep! ze hangt over 't vuur!"

Als hij het tweede koepiet meende te beginnen riep Charlot verblijd: "Bruur, manhier Pastoer zit oep ij te wachte, en ha heè ginnen tijt, zeèt-hem." "Zegt dat hem mor oep manne meule komt!" "Watte? denkte ga' da' manhier de Pastoer me zan goei soetaane on, zan eigen in oeve meule go smerig make?..." "Charlot, 't is beter 'ne zak bloem op 'n zwette soetaan, dan 'ne vliegescheet oep â ziel!"