United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


En ginder, met den vrede op haar gezicht, kwam Charlot terug van de mis met drie kerkboeken onder den arm. Als Pallieter haar zag, zong hij haar toe: "Zeg, kwezelke, wilde gij danse?..." "Het zal e schoe weer weurre, bruur!" "Een heilig weer wor de kwezels in misstaan!" "Ik ben gin kwezel!" "Dor zadde te vet veur! Woroem ette ni wa minder?..." "Daaroem!" zei ze kwaadweg.

Als Pallieter hem met trage zeupkens had uitgezogen, klopte hij met den duimnagel tegen het kristal en een volle ronde klank sprong in de lucht en singelde zich langzaam uit. Charlot schonk voor haar ook in, en Pallieter zag dan eerst de inktvlekken op haar rood gezicht. "Woroem ziede zoe zwert?" "Wel," zei Charlot, "ik ben nen brief on't schrijve oem nor de kèrmis te kome.

Ze zag rood lijk een oven en zweette lijk een spons. En ze begosten te spreken over Marieke. "Mor woroem mut het herfst zijn as ge trijwt?" vroeg ze. "Dan is het beddeke koel, en dan kruipe we dicht bijien."

Maar Pallieter en Marieke lachten van genot; het water vloeide zoo maar over hun gezicht, dat ze blonken lijk een spiegel. Ze vaarden verder en kwamen aan de weide, waarin de peerden en de koeien van den mulder onrustig te loeien en te stampen stonden. Pallieter kreeg ineens een stralende gedacht. "Aan land, aan land!" riep hij. "Woroem?... Wat is 't?" vroeg Marieke. "Te peerd of te koei, hop!"

Hei! sterren, sterren overal! Sterren boven, beneên, rond en onder hem.... Pallieter kromp ervan ineen en zei onwillekeurig: "Woroem?"....