Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
De raadsheer sloeg nu zijdelings af, tusschen het struikgewas, en toen hij zoo'n klein, half verborgen pad langs ging, wie kwam daar aan? De oude molenaar Voss met zijn' mantelzak onder den arm. "Goeden morgen, raadsheer!" "Daar speelt de drommel meê!" zegt de raadsheer Herse. "Molenaar Voss, ziet gij 't niet? Ik wil immers niet bekend wezen." "Wel, dat begeer ik ook niet," zegt de molenaar.
"Dat zou verduiveld gek wezen!" hernam mijn oom Herse, en keek de Franschen langs de rij aan, doch toen hij zag, dat zij geen acht op hem sloegen, zeide hij: "gij zijt een oude bloodaard, baas Voss, die kerels verstaan geen platduitsch. Alzoo: ik hang hem op, en ruk links op, naar 't Hannoversche en val hem zelf, den Korsikaan... nu! jelui weet het, wien 'k meen,... in den rug.
Hij zat echter op zijn' zak, en hield de geheele straat langs, de hand aan zijn hoed en draaide zijn eerwaardig gelaat naar de rechter- en naar de linkerzijde; in zijne deftigheid mengde zich de aandoenlijkheid, en hij fluisterde den molenaar toe: "Voss, dit doet mij de eerepoort vergeten."
En hier," zegt hij, en hij gooit wat op de tafel, zoodat het van binnen rammelt en klinkt, "en hier, molenaar Voss, is wel is waar niet de vos zelf en ook niet zijne huid, maar zijn valies!" "Wat moet dat?" vraagt de molenaar, en hij valt in allerijl op den mantelzak aan en gespt de riemen los. "Wat dat moet?" zegt Frederik, "dat moogt gij zeggen, dat is mijne zaak niet.
Toen de eerste schok voorbij was, kwam de politiedienaar Luth binnen en deelde den baljuw mede, dat Fieken van den molenaar Voss buiten stond en een paar woorden met hem wenschte te spreken. "Kindlief," zeide de oude heer, "dat is een braaf meisje, dit weet ik zeker; en zij zal ook bekommerd zijn over haren vader; mij dunkt, wij kunnen hier hooren, wat die arme stumperd verlangt.
"Dat zegt mijnheer de baljuw ook," zeide de molenaar en hij begon er heel wat vroolijker uit te zien: "wat geschreven is, is geschreven." "Wat die zegt, is mij egaal; ik, molenaar Voss, ik ben er toe aangesteld, door mijn ambt, om geschreven geschriften met mijn zegel te bekrachtigen. En door dit geschrift zijt gij tot paschen uit alle verlegenheid."
Maar... maar..." "Voss," zeide mijn oom knorrig, "wat hebt ge nu weêr voor bezwaren! Die zaak is klaar en duidelijk." "Ja, mijnheer, maar ik meen maar, hoe moet dat dan met de zakken gaan?" "Met de zakken? Met wat voor zakken?" "Met de zakken, waarin mij het koren gebracht wordt. Al dat koren krijg ik, maar wie krijgt de zakken?"
Nu, vriend Voss," en zijn goedhartig aangezicht zette zijne geheele ambtsdeftigheid van notarius publicus ter zijde en plaatste de menschlievendheid als bril op zijn neus en zag den ouden molenaar en de gansche wereld vriendelijk aan, "nu, vriend Voss, heb ik tot paschen raad geschaft, dan kan ik immers ook verder raad schaffen; ik ben hier gekomen, en wil de zaak geheel in orde brengen.
Recht tegenover mij was zekere ritmeester Voss gezeten, een krachtig gespierde forsche krijgsman, met een gelaat of het uit brons gegoten was, en knevels van eene buitengewone lengte en breedte: een man, die altijd en bij alle gelegenheden het hoogste woord voerde, die meer dan een zijner kameraden het stelsel van uitsluiting tegen alle Pekins had doorgedreven, wien de uniform aan 't lijf gegroeid scheen, zoodat het mij niet verwonderd zou hebben, indien mij verhaald ware geweest, dat hij er in sliep; in 't kort, een sprekend tegenbeeld van mijn vriend Klein.
Terwijl dus nu de horlogemaker zijne slobkousen dichtknoopte, en zijne beeremuts opzette, zat de molenaar Voss met den Franschman te zamen, en werkte wat hij kon in den rooden wijn van den baljuw, en de Franschman klonk met den molenaar, zeggende: "A vous!" en dan nam de molenaar zijn glas op en zeide: "Praat maar toe!" en dan klonk de molenaar weêr met den Franschman, en de Franschman bedankte en zeide: "Serviteur!" en dan dronk de molenaar ook en zeide: "Zet hem voor de deur!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek