Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 juni 2025


"Mijnheer Herse," zegt Voss, terwijl hij opstaat en een beetje op een' afstand blijft. "Mijnheer Herse, gij zult mij toch niet zóó trakteeren?" "Ik vraag u alleen maar, vrind Voss, wat gij daarbij denkt?"

De molenaar begint nu zoo wat te pruttelen van "hm" en "nu ja!" en "maar" en krabt zijn hoofd. "Vrind Voss," zeide mijn oom, die knorrig werd, "wat beduidt dat pruttelen?

"Hm," zeide mijn oom, "dat is eene moeilijke rechtsvraag, Voss! daaraan heb ik nog niet gedacht, en in 't kontrakt staat niets daarvan; als ik u echter raden moet, behoud ze dan voorloopig maar, want, wat zegt de rechtsregel: beati possidentes; dat beteekent: hebben is hebben! Vriend Voss, nu heb ik u uit alles geholpen, maar ik heb ééne voorwaarde: mond gehouden!

Men kan te Voss eene aardige wandeling maken naar een aan de overzijde van het meer op de bergen gelegen koffiehuis "Breidablik"; de uitzichten vanaf de stad, die men uit de meeste hôtels genieten kan, wedijveren met die van af Breidablik over het meer; Vangsvand is zijn naam; beiden zijn in hooge mate schilderachtig en komen overeen met de uitzichten op Opheimsvand; ze zijn onderscheiden van wat ik tot nu toe zag, evenals de geheele omtrek van Voss; daar is minder rots, al komen hier en daar nog wel eens grimmige partijen te voorschijn; meer bebouwd land en vooral prachtige weiden tegen de zachtere hellingen der bergen.

"De hemel moge ons bewaren!" zegt de molenaar Voss, "wie zal die schanddaad uitoefenen?"

Mijn vader, de molenaar Voss en de bakker Witt werden nu gelast, de kamer te verlaten en in eene andere kamer in verzekerde bewaring gehouden, en mijnheer de baljuw werd binnen geroepen. De oude heer kwam in zijne geheele lengte opgericht en deftig, gelijk zulks voor een eersten ambtenaar met een goed geweten past, met zijn "Ziegenhainer" in de hand, de deur binnen.

De daglooners uit de stad werden met houweelen en spaden er bij gehaald en versche paarden werden uit de ridderschap, uit Jurusdorf en Klaukow, daarheen gekommandeerd, en steeds regende het, dat niemand een' drogen draad aan het lijf hield. "Vader Voss," zegt de bakker Witt, "wat is dat een regen!" "Mooi weêr voor de late gerst;" zegt de oude Voss, "als iemand ze al gezaaid heeft."

"Baas Witt," sprak hij, "ga gij op den voorsten zak zitten en laat den molenaar bij mij hier komen; ik heb wat met hem te praten." Dit gebeurde, en bakker Witt sprak op den voorsten zak zeer luid met den kamerdienaar en de raadsheer sprak op den achtersten zak zeer zacht met den molenaar. "Molenaar Voss," zeide mijn oom, "ik help u uit de verlegenheid.

Hij had den ouden molenaar Voss in 't verhoor van wege den weggeraakten Franschman; de mantelzak met het geld lag op de tafel; de overste Von Toll, en mijn vader, als burgemeester, waren daarbij tegenwoordig. Mijn vader had het voorval, zoo ver het hem bekend was, geheel naar waarheid verhaald.

Waarom mijnheer de baljuw in Marcus Aurelius lezen moest en zijn aangezicht niet mocht wasschen, en waarom Fieken van den molenaar Voss hem niet meer te teemachtig voorkwam.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek