Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
"De beste en liefste menschen sterven juist altijd," snikte Jo; maar zij hield op met schreien; de woorden van haar vriend gaven haar toch moed, in spijt van haar eigen twijfel en vrees. "Arme meid, je bent heelemaal van streek, 't Gebeurt niet licht dat je je zoo aan den grond voelt. Wacht maar eens, ik zal je in een ommezientje wat opkwikken."
"Kind, wat scheelt u toch?" vroeg zij angstig, terwijl zij zich over het op de sofa liggende meisje heenboog en de hand op haar brandend voorhoofd legde. "Och, zij is vreeselijk mama, zij is vreeselijk!" snikte het kind; "mijn Army, mijn lieve, goede Army! Zij heeft hem niet lief, mama, geloof mij."
"Het is verschrikkelijk," snikte zij: "o indien gij zoo goed wilt wezen; het is ijselijk...." Meer kwam er niet uit. Ik geleidde haar zwijgend tot naar den kleinen koomenijswinkel, waar zij haar kamertje had. In het voorhuis zonk zij op een bank neder. Het was er donker, want op de geringe nering kon geen licht overschieten.
Toen lei ze 't warme, diep-blozende voorhoofd tegen zijn schouder en snikte, met lange, hijgende snikken; hij kuste haar op 't strakke zwart dat haar hoofd overkapte en noemde haar zijn schat, zijn goeie engel, en hij drukte haar hand, die nog in de zijne lag, beschermend tegen zijn borst.
Hier ben ik!" glimlachte hij vreemd-droogjes. En aan zijn vrouwtje, dat zoo bitter schreide, gaf hij 't beetje geld dat hij in de gevangenis verdiend had en nam het kindje op zijn schoot, in lang, verrukt aanstaren. Hoe hiet het?" vroeg hij zacht, met van ontroering heesche stem. Jules... Julken," snikte zij. Julken... Julken..." streelde hij.
Zij zag er zich als jonkvrouw wandelen, mijmerend wellicht over eene verbodene teederheid eene maagd als andere maagden, óók met eene kans nog op geluk, vóór zij tusschen haar hart en haren naam, tusschen hare liefde en haren trots, het =slechte= deel gekozen had.... En plotseling liet zij het glas aan scherven vallen, en de saamgevouwen handen preste zij zich heftig op de borst.... »Neen, mijn God!" snikte zij: »zóó toch niet!... Het einde! het einde!... Neem mij weg, o God! neem mij weg!... Maar zóó toch niet!"
"Ach oom, oom!" snikte zij diep bedroefd; "waarom is het leven toch zoo treurig, zoo moeilijk!" "Gij hadt hier niet heen moeten komen, goed kind," werd haar toegefluisterd, en de kleine vrouw met vochtige, roodgeweende oogen, die binnengekomen was, hief haar hoofd op en kuste haar. "Het maakt u van streek, en gij zoudt ziek kunnen worden."
Och, moeder heeft u misschien iets misdaan .... in den beginne .... maar ze had u toch lief, nadien .... Zij heeft mij niets misdaan, Fran. Evenmin als mijn vader. Ik denk aan mijn vader, Fran. Ik denk aan alles .... Ik denk .... Koortsig sloeg Francine hare beide armen om Vere's hals en snikte. Vere mocht niet boos zijn op haar. Vere moest haar vergiffenis schenken.
Maar op een avond, einde van Mei, vond de dominus bij de Prætorianenwacht Cecilianus alleen. De jongen zat zacht snikkende op de bank, met druipende oogen en de Prætorianen poogden hem te troosten: de decanus drukte hem tegen zich aan en zei, dat het niet zoû erg zou zijn.... Wat is er? vroeg de dominus, ontsteld. Cecilianus snikte en kon bijna niet spreken. En toen zei de decanus het.
Toen zij weder bijkwam, keerde zij haar gezicht naar den wand en schreide en snikte als een kind. Misschien moeder, kunt gij zeggen waaraan zij dacht. Misschien kunt gij het niet. Maar in dat uur voelde zij zich zoo zeker dat God barmhartigheid met haar had gehad, en dat zij hare dochter zou wederzien, als toen zij maanden later maar wij loopen te veel vooruit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek