Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Ze kon wel 'n luchtje scheppen, 'm wachten voor de deur. As ze 'm maar niet misliepe. Stoel, dichtst-bij, nam ze bij leuning, kniklachte vrindelijk tastend tegen de kindren. "Geef Moosie maar hier, Saartje", wenkte ze, tilde het kind op den schoot, wreef de koud-vochtige beentjes met 'r magere hand en zat stil, rustig, kniprend alleen met de oogleên.
Jy weet ook wel, dat Juffrouw Hofland, als eene echte dochter van Gaaijus , de noden der Heiligen vervult; en jy onthouwt haar heur geld; zoo dat jy een Kerkrover bent; ja, dat ben jy. Zo, heeft Saartje geen drie honderd guldens verteert? Wel nou toon je alweer jou werelds hart.
Kijk, nu zit de sponsdoos er weer niet in. En de pen? O, ja, die was gisteren avond onder de tafel gevallen, en ze had haar niet meer opgezocht, omdat ze nog zoo graag hare vertelling uit wou lezen. Later had ze 't vergeten. Gauw! de anderen waren de deur al uit. Wacht, nog even "Bij Saartje," in haar tasch gestopt. Vervelend, Moeder had nu 't andere boek in de linnenkast gesloten.
"Graag, nicht Henriette!" antwoordde Saartje; "ik ga terstond." Ongaarne zag ik de lieve blauwe oogen vertrekken.
"Trek de deken maar recht," knikte hij. 't Was toch 'n verheugend gezicht 't meisje dat 't kussen klopte en gladstreek z'n deken. Ze wreef met de handen er over, zat op den rand van de bedstee, waar Saartje gezeten. "Hei-je geen laken?" "'n Laken welnee!"... "En leg-ie niet koud?"... "Alles gewoonte"... "Wij legge warmer," lachte ze opnieuw. "Wie?", vroeg hij stug.
Ernstige vaderlanders voelden deze verachting van het openbare huwelijk als eene slappe ontaarding, en Abraham Blankaart zegt, dat hij vreeselijk de nijd op dat stille trouwen heeft, alsof men zich het heilig huwelijk schamen moest en daarom wilde hij niet, dat Saartje indertijd in de Fransche of Engelsche kerk trouwen zou.
O, o! die vreeselijke R! Gelukkig Saartje is ongedeerd gebleven maar heelemaal overstuur. Hendrik is er zelf ziek van! Lieve Vriendinne! Ik ben te beschaamt, om je onder de oogen te komen, daarom schryf ik u deezen Brief. Och! ik ben een verloren menschje! Had ik toch naar je gehoort; maar, wat zal ik zeggen? Ik geloof, dat myne zonden my alle deeze elenden hebben op myn hoofd gehaald, och ja!
En Saartje, met opgetrokken schouders en de armen in haar boezelaar gerold, gaat ze haar broertjes op eenige schreden afstands haastig vooruit. Bij iederen voetstap dien ze doet, tikt het haar sneller en sterker in 't hoofdje; dat heeft ze eergister ook gehad; maar nu is 't erger, veel erger; ze zal maar doorloopen, nóg harder, dat ze eerder in de warmte komt.
Saartje werd naar benejen gezonden, om de flesch te halen, waarin nog 'n restantje most zijn. 'r Geelde 'n dikke laag schimmel op. Beurt om beurt roken Essie, Reggie, Mijntje, Suikerpeer aan den hals of ze nog goed was, of je ze nog mocht gebruiken.
Heeft men in het eerste deel van dezen brief Saartje leeren kennen als een guit en 'n katje, dat niet zonder handschoenen is aan te pakken, dit laatste deel toont haar ons niet alleen als het gezond-levenslustige, maar ook het brave en gewetensvolle kind, dat de menschen, van wie zij niet houdt, toch niet ongunstiger wil voorstellen dan zij hen werkelijk gelooft te zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek