United States or New Zealand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij ging als eene heldinne beschouwd worden vandaag, want 't was de vijfentwintigste maal, dat zij achtereenvolgens, den vermaarden beeweg deed; en ter dier gelegenheid, zou zij de hooge gunst genieten, dat men het miraculeuze beeldje op heur hoofd zou zetten. Haar mond lachte, en haar hert was blij gelijk ne vogel.... Pallieter zei "Beiaard wij gaan er nor Marieke, maar eest nog wa gaan ete!"

En hij maakte voort blazen, want hij kreeg niet genoeg van de hemelsche verven. Terwijl hij daar bezig was, kwam er een magere, gele man voorbij, lezend in een dikken boek. Hij was filosoof, theoloog, historicus, natuurvorscher enz. "Och," riep Pallieter, die hem kende, "hoe kunde nij nog nor snie zuuke van passeerde jaar, als de zon dor zoo schoen te schijnen hangt!"

"We gaan trouwe!" kreet Pallieter en het zeil wierd losgeknoopt, de tjalk van kant gestooten, en daar dreef ze schuins weg naar het midden, waar ze met den loop mee statig henendreef, klaar weerspiegeld in het water. "We veere nor Marieke!" zongen Pallieter en Fransoo tot den Pastoor en Charlot, die op den Nethedijk hen achterna te kijken stonden.

Pallieter zei, met een scheeven mond van bitterheid: "'t Spel is nor de knoppe!..." Maar in den avond van dezen dag was de volle maan, rood lijk een blozenden appel, uit de wolken gebroken en een dunne nevel was lijk een fijn gaas op de Nethe en de beemden komen staan.

Op de breede smeerwortel-blâren langs den dijk lagen nog dikke dauwdroppelen te stralen en te blinken lijk echte diamant; Pallieter plukte al rijdend zoo een blad af, bracht het aan de lippen en liet de koele druppelen in zijn mond rollen. "'t Is goe, en smokt nor den hemel," zei hij.

Wel mocht Edmund Spenser in zijn »Epithalamion« smeeken: »Let no false treason seek us to entrap, Nor any dread disquiet once annoy The safety of our joy; But let the night be calm, and quietsome, Without tempestuous storms or sad affray, Like as when Jove with fair Alcmena lay.... And let the maids and young men cease to sing, Ne let the woods them answer, nor their echo ring

Charlot vulde een meukesmand met appelen, en hief ze dan krochend voor haren dikken buik; de roode schijn der appelen sloeg op haar dik gezicht lijk een late zon. En het wilde zoo zijn, dat de pastoor op den Nethedijk aan 't brevieren was, en riep: "Hela, Charlot, brengd er is wa nor mij!"

Zij gingen terug: "Ik zol morge nen andere pot nor 't gasthuis drage," zei Pallieter. Fransoo ging naar zijnen molen en Pallieter naar de Nethe. Onderwegen kwam hij een kind tegen, dat met een rolbaksken waarin een zak meel stond, van den molen kwam. Hij gaf het den honingpot, en beschaamd, zonder iets te zeggen, liep het rapper.

Charlot, reeds bezig aan 't peekens en spruitjes kuischen voor de soep, die al over 't vuur hing met een groot stuk ossenvleesch erin, kwam mee buiten en vroeg: "Och, da moet plizant zijn, ma 'k is meê rijë tot on de smet?" "Zit mor in," zei Marieke. Charlot zette zich in de slee en zuchtte van de deugd. "Mor ma gij nor huis brenge," zei ze nog, "want man soep staat oep! ze hangt over 't vuur!"

Habulam luisterde aandachtig toe. Zijn gezicht had een zekere spanning. Kara nor man Khan! riep hij, de beide lettergrepen, nor man afzonderlijk intoneerende. Wat is dit voor een plaats? Een plaats bij Weicza, waar uw aanvoerder zich ophoudt. Kara norman Khan! Ah, die is goed! Wat zegt gij er van, Suef? Dat zeggende stiet hij een hoonend gelach uit.