United States or Morocco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Alfons lag naast Rozeke's broeder, Rozeke zelf lag tusschen haar zuster La en 't Geluw Meuleken. Af en toe klonk een kort gelach der mannen of een geknor der gesarde meisjes. Alfons richtte zich even, geprikkeld en jaloersch, half overeind, vreezend dat de mannen ook Rozeke kittelden. Maar zij had haar voorzorgen genomen, haar rok nauwsluitend om haar beenen opgerold.

Zij kon geen minuut meer stilzitten, voortdurend liep zij met het Geluw Meuleken naar buiten in den kil-mistigen avond tot aan het hek van den landweg en stond daar rillend in het donkere verschiet te peiloogen en te luisteren. Eindelijk zag zij in de verte een lichtje flikkeren. Daar kwam zeker de sjees. Krampachtig greep zij 't Geluw Meuleken bij den arm en een snik verkropte in haar keel.

En vóór ze zelfs een enkelen klank tot antwoord had geuit, zag en begreep Rozeke eensklaps alles: haar betrokken, bleek gezicht vol gele sproeten, de angstig-verwilderde uitdrukking van haar oogen, het reeds zwaar-wordend figuur; alles wat zij in haar diepe droefheid van de laatste tijden niet gemerkt had, trof haar nu plotseling als een klap in het gezicht en zij raasde, net als haar moeder, terwijl het Geluw Meuleken, zuchtend en schreiend, de waarheid ook niet poogde te verbergen: "'t Es 'n schande!

"Van as Smul ondervonden hèt dat de pap verbrand was, hèt hij heur loate leupen omdat hij sedert Alfons' deud zijn zinnen op ou gesteld hèt! En 't Geluw Meuleken, die doarom kwoad geworden es, goa nou heul den boel in 't dorp vertellen; en Vaprijsken, die zjaloes es, euk!" "W

Even zag Rozeke hem in ernstig gesprek met het meisje, die herhaaldelijk het hoofd schudde en haar schouders ophaalde en eindelijk, met moeite haar lachlust bedwingend, naar het woonhuis kwam, door de wantrouwige blikken van het onthutste Vaprijsken gevolgd. "Wa hèt hij ou gevroagd?" zei Rozeke nieuwsgierig, zoodra het Geluw Meuleken in huis was. "Of da 'k euk azeu 'n stik gekregen ha.

Met de kinders gaat het ook goed. Hilairken vraagt al dikwijls waar zijn vader is en met Marietjen gaat het ook heel goed. Met moeder en met La gaat het ook heel goed en ik kan niet anders zeggen als dat de knechten en het Geluw Meuleken alle stijf brave zijn en dat zij danig ulder beste doen.

Het Geluw Meuleken kwam juist uit 't achterhuis. Hij aarzelde even, keek wantrouwend op. "'T 'n es niets, meniere, 't es 't meisken," zei Rozeke geruststellend. "Ah oui," deed hij. En dadelijk ging hij in zijn zak en gaf het Geluw Meuleken een twintigfrankstuk. "Siedaar voor u," zei hij. Het Geluw Meuleken, die hem wel dadelijk herkend had, schrikte haast van de onverwachte, milde gift.

Maar nu gebeurde 't dat Smul, in zijn toenemende, algemeene bazigheid, zich ook met den koestal ging bemoeien, wat speciaal Vaprijskens werk was, en dit gaf aanleiding tot wrijving en gekibbel, tusschen de twee, totnogtoe goed met elkaar omgaande knechts. Dat koestal-geharrewar werd nog ingewikkelder door een vagen naijver om 't Geluw Meuleken, waar zij allebei een beetje 't oog op hadden.

Na nog langdurig klagen en knorren en vitten ging moeder eindelijk weg, en kort daarop kwam 't Geluw Meuleken van 't dorp terug. Rozeke liet haar niet eens den tijd muts of mantel af te nemen. "Es da woar, Meuleken," vroeg zij bruusk af, met bleeke, bevende lippen, "es da woar dat-e gij moet ne kleinen hên van Smul?"

Op een ochtend kwam het meisje, vergezeld van moeder, op de hoeve aan; en 't leek een vriendelijk, ietwat bedeesd deerntje, een zwartje, met héél lichtblauwe, bijna witte, kleine oogjes en een rond, zachtwangig, door de zon gebruind gezicht, vol bruine sproetjes, veel bruiner en veel dichter op elkander gezaaid nog dan die van het Geluw Meuleken.