United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij zag op de zonnige heide zichzelve weder dartelen vlinders jagend en bloempjes plukkend een argeloos meisken, een kind als andere kinderen, dat van adel nog niet afwist en van een fatum nog nooit had gehoord.

"Mag praten Niet baten," Was moederliefs woord, "Men jage Den trage Door voorbeelden voort!" Dies rende In 't ende Ons meisken het paar Vooruit, naar de baan, in de woelige schaar. Eerst reed zij; Toen gleed zij; Straks peinsde ze een poos: "Die terger! Ik erger Mij niet aan 't gekoos. Omhelze Hij Elze, Mits verre van stad!" Toen keek ze eens, of zus op het stoeltjen nog zat.

"En wa moet 't zijn?" glimlachte Rozeken, "'n jongentsjen of 'n meisken?" "Al wat de lieve Heer verleent zal welkom zijn, Rozeke, maar wij hopen een jongen." "'K zal d'r veure lezen, mevreiwe" beloofde Rozeke met ontroerde vroomheid.

Zij zullen eindelijk wel gehoord hebben dat men laster en leugen van Armand verteld heeft, en wij zullen mogen trouwen. O, Rozeke, Rozeke, wat zullen wij gelukkig zijn en u altijd dankbaar blijven! Kijk, Rozeke, dit heeft hij mij nog eens voor u gegeven, en ook dit voor 't meisken. Gij wordt een rijk, schoon boerinneken, Rozeke!"

Wanneer een dans uit was, en het orgel zweeg, dan hoorde men nog immer het meewarig-kalm gelui. Beneden zag Madame een haveloos, slonsig meisken op moeders pantoffels komen aansloffen. De blikken petroleumkan liet zij keer op keer tegen den muuur rammelen. Dat volksken kom altijd in den laten avond, morde zij, dan pas worden zij gewaar dat er geen olie meer in de lamp is.

Mijn meisken bewoart het, om er ons meubels mee te keupen en ons huizeken van t' huren." Zij deden huiszoeking bij 't meisje en vonden er 't geld: een paar honderd frank in mooie zilverstukken. Het aan den rijken boerenzoon ontstolen geld bestond in bankbriefjes. Maar dat bewees niets: zij konden 't uitgewisseld hebben. Jules werd met den boerenzoon geconfronteerd. 't Es hem!

"En denkt men," vroeg de officier op een toon van stem, dien hij luchtig zocht te maken, "dat zij zin in hem heeft?" "Of zij zin in hem heeft?" herhaalde Gheryt Maessen, een stemmig gelaat trekkende: "nu vraôgt oe mij ook meer dan ik oe antwoorden kan. Wat zegt het lied: Wie weet ooit, wat een meisken wil? Nooit zeit ze, hoe ze 't mient.

Ja, ik zie u gaarne, maar ik wist niet hoe ik het u zeggen moest ... ge zijt zoo 'n deftig meisken. Antoine toch! Hij schoof nu dichter bij, lei zijn arm over haar schouders. Zij liet het hoofd tegen hem aanleunen, rilde alsof zij koorts had. En ziet ge mij ook gaarne? fluisterde hij, het gelaat dicht bij het hare zoodat de krullende haarkens boven de slapen zijn wang kittelden.

"Er is gebeurd bij den pastoor van Heylen, een wreede moord, een groote schelmerij." Madame Craen zong sentimenteel "Wat was zij schoon, de blonde maagd, in 't blanke balgewaad." en Madame Snepvangers won den bijval met het guitig-onfatsoenlijke: "Want Sint-Nicolaas dat is een man Die al de meiskens troosten kan Hij brengt voor ieder verdriet of geluk Maar ieder meisken krijgt heur stuk!"

Het Geluw Meuleken kwam juist uit 't achterhuis. Hij aarzelde even, keek wantrouwend op. "'T 'n es niets, meniere, 't es 't meisken," zei Rozeke geruststellend. "Ah oui," deed hij. En dadelijk ging hij in zijn zak en gaf het Geluw Meuleken een twintigfrankstuk. "Siedaar voor u," zei hij. Het Geluw Meuleken, die hem wel dadelijk herkend had, schrikte haast van de onverwachte, milde gift.