Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Want dat reeds stokoude grijsaards, die al met het eene been in 't graf staan, een jong deerntje tot vrouw nemen en dan nog wel zonder huwelijksgift, terwijl anderen haar gunsten later zullen genieten, dit komt zoo dikwijls voor, dat het bijna als een lofwaardige daad beschouwd wordt.

Op een ochtend kwam het meisje, vergezeld van moeder, op de hoeve aan; en 't leek een vriendelijk, ietwat bedeesd deerntje, een zwartje, met héél lichtblauwe, bijna witte, kleine oogjes en een rond, zachtwangig, door de zon gebruind gezicht, vol bruine sproetjes, veel bruiner en veel dichter op elkander gezaaid nog dan die van het Geluw Meuleken.

Ja, zoowel de heer Brolet als de arme jager, hadden zich dat voorval op de heide met de meeste levendigheid herinnerd, en, dat de eigenaar van het rijtuig de eerstgenoemde, en de plaggensteker de man was, die nu bij zijn dooden Hans lag, zal men voorzeker reeds terstond vermoed hebben. Toon Ritter had zijn "deerntje" nog eenige kussen gegeven, alvorens hij het portier zag sluiten.

"Gewoon rond model zeker? Met een breeden rand?" "Neen, neen, geen rond model," viel Hedwig haastig in. "'t Moet een soort kapotje zijn." "Och neen, dat meent u toch niet?" "Ik meen het heusch. Kijk maar eens of er niet iets geschikts voor mij bij is." Het meisje ging hoofdschuddend heen. Een kapotje voor zoo'n jong deerntje; het was al te dwaas!

"Ja, mijnheer," zeide hij: "en hoewel het waar is misschien, wat mijnheer onze baljuw zegt, dat jongens beter, en meisjes te week zijn, want, dat zijn ze, mijnheer, zooals gij aan Fieken zien kunt," en daarbij wischte hij zelf de tranen uit zijne oogen, "zoo weet ik u toch voor uwe goedheid niets beters te wenschen, dan dat onze goede God u eenmaal zoo'n lief deerntje moge schenken, als mijn kleine Fieken is."

Zij at aan tafel met de commensaals, die, vooral de geestelijken onder hen, het schuwe deerntje in 't nauw brachten met schuinsche grappen en onhebbelijkheden. Geen lust was het die hem dreef, en ook geen hartstocht, maar voornamelijk behoefte aan innigheid. Zijn ambitie, meende hij, was dood, zijn hart was leeg; hij had een menschelijk wezen noodig dat die leegte vulde.

"Ja, mijnheer de baljuw," zegt hij, terwijl hij zijne oogen afwischt, "nog zoo'n klein deerntje." "Ja," antwoordt de oude heer, "vrind Voss, ik heb het niet erg op de meisjes; meisjes zijn mij te teemachtig." "Dat zijn ze, mijnheer! ze zijn teemachtig!" "En in zulke omstandigheden kunnen zij je niets helpen, molenaar!" "Wat zal er dan van mijne zaak worden?"

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek