Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 mei 2025


Later, instede van de maagd, een stokoude vrouw reeds met één voet in het graf. Eindelijk werden, en maar gelukkig, dieren in plaats van menschen geofferd, en ook deze hoe langer hoe minder groot en kostbaar. Van een koe kwam men tot een kip.

Voor een stuk ouden muur, dat bij den val van Jericho nog zou zijn staan gebleven, ziet men honderden Joden, mannen en vrouwen, bidden en lamenteeren, en de oude, vergane steenen onophoudelijk kussen. Aangrijpender schouwspel is haast niet denkbaar. Nooit zag ik zooveel stokoude, grijze rabbi's bijeen.

Als wij in het bosch wandelen, is er eene uitgezochte plek, op een kleinen, groenen heuvel, waar wij dikwijls in het gras gaan zitten, onder drie stokoude eiken, ros van het zomerzonneroosten, zoo oud, zoo oud, dat het moeilijk viel te denken, dat zij ook slechts drie eikels of drie jeugdige loten geweest waren. Hoeveel menschen hadden die eiken al onder hunne takken gezien!

«Och hemel, och hemelzuchtte de kleine Klaas in den zak en draaide en keerde zich al; maar het was hem niet mogelijk, het touw los te krijgen. Nu kwam er een stokoude veehoeder aan met sneeuwwit haar en een grooten stok in de hand; hij dreef een groote kudde koeien en stieren voor zich uit; deze liepen tegen den zak aan, waarin de kleine Klaas zat, zoodat hij omver viel.

Want dat reeds stokoude grijsaards, die al met het eene been in 't graf staan, een jong deerntje tot vrouw nemen en dan nog wel zonder huwelijksgift, terwijl anderen haar gunsten later zullen genieten, dit komt zoo dikwijls voor, dat het bijna als een lofwaardige daad beschouwd wordt.

Onder het groene loover en in de kleurige schaduw zat eene stokoude vrouw, roerloos als een gebeiteld beeld, met de oogen gesloten en de handen op de knieën. Zij moest bijna de uiterste grens des levens bereikt hebben; want haar rug was gekromd, en de rimpelen op haar gelaat schenen zoo talrijk en zoo diep, alsof haar niets meer overbleef dan de huid op het gebeente.

Eindelijk kwam zij ook in den kelder; daar zat een stokoude vrouw, die schuddebolde. »Kunt ge mij niet zeggen, of mijn bruidegom hier woontvroeg het meisje. »Ach, arm kind, waar ben je ingekomen! het is hier een roovershol! Je gelooft, dat je een bruid zijt en spoedig bruiloft zult houden, maar je bruiloft zul je houden met den dood. Je bruidegom wil je dood maken.

In een braadpan, die op het vuur stond en met een touw aan den schoorsteenmantel was vastgemaakt, lagen eenige worstjes te braden; een stokoude, gerimpelde Jood stond met een lange vork in zijn hand over de pan heengebogen; zijn schurkachtig, terugstootend gezicht werd overschaduwd door een dikke bos warrelig rood haar.

Op het terras stonden Ursule en de stokoude Rik. Ursule ontving hem met open aangezicht en een streelenden blik. Welkom, mijn vriend. Hertelijk dank, mevrouw. Hij drukte hare hand en de koude vingeren van grootvader. Hij zei een reke vage woorden, binst dat Marie hem van zijn overjas en zijn hoed ontlastte. De jongen heeft bergen gezien, riep Albien. O ja....

Paarden en Rijdtuigen! waren dat liefhebberijen? thands dankt men den Hemel, voor den zegen te genieten, van zijn voeten tot zijn' wil te hebben; wij beklaagen nu die lieden, die genoodzaakt zijn, zig van beesten te laaten trekken; want het zijn meest stoköude, kreupele of zieke menschen; en daar gebruiken wij meest al ezels toe, dat gaat zacht en stil in zijn werk; gelijk ge daar gindsch ziet, die vrouw welke daar in dien wagen rijdt is verlamd, en waarlijk een voorwerp van beklag.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek