Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
Maar Nelly was erg ziek geweest, en de oude Hendrik had op haar verlangen hare vriendin bij haar ziekbed moeten halen. Uren aaneen had Liesje daar gezeten, in het hooge schemerachtige vertrek, en de kleine, van koorts gloeiende hand in de hare gehouden. De boodschap, die Lise op het slot riep, was juist gekomen midden in het gewoel, waarover tante Marie gesproken had.
Gij zijt lompenmolenaars Lise; keer terug, anders moet gij sterven. Denk aan Lisette, de schoone Lisette en " Haastig sprong zij op en ijlde naar haar kamer, waar zij zich op het bed wierp, en bittere tranen weende om iets, wat haar nu eerst duidelijk was geworden, en waarvan het verlies haar het leven zoo ledig, zoo treurig deed voorkomen.
Zij brak in tranen uit; de bedrogen verwachting van gister kwam haar weder te binnen. "Maar, Lise, groote goedheid, wat moet dat beteekenen? Hoe dwaas, dat gij om zóó iets schreit! Wat ter wereld kan u Army schelen?" De oude vrouw sprak knorrig; men kon het haar aanzien, dat haar hart bezwaard was. "Ik denk, dat het u niet aangaat, wat ik van Army zeg.
Toen beschutte zij de zieke met de gordijn voor het kaarslicht en drukte haar een kus op de wang. Dat was eene taal, die de arme verstond, want hare hand trachtte die van Lise te zoeken, en het hoofd werd voor eene poos wat rustiger neergelegd. De dochters van den schoenmaker omringden haar dagelijks met de hulp, die alleen liefde schenken kan.
"Dan komt gij juist van pas, Lise! Laat hen daar beneden maar praten. Niemand weet het zoo goed als ik; want ik heb het zelf beleefd; wel had ik gewenscht, dat het u nog lang onbekend zou blijven, hoe erg het soms in de wereld toegaat, maar het is beter voor u kom, ga zitten!"
De neiging tot een titel, door MAERLANT in zijn Alexander terloops gehekeld bij de meisjes uit het volk, is blijkbaar zoo sterk geworden dat een ander dichter er een gansch gedicht aan wijdt, getiteld Van dat die liede sijn gherne geheten joncfrou. Wij lezen daar o.a.: Heile, Griete, Lise oft Calle, heten nu joncfrou alle!
"Waar is onze Lise toch," vroeg zij daarop, "zij moet ook eens wat zingen." En Lise zat nog immer boven bij hare tante; en toen zij naar het gezang beneden luisterde, begon zij ook te weenen zonder zelve te weten waarom.
De oude vrouw antwoordde niet terstond; het was haar op dit oogenblik, als zag zij een liefelijke verschijning; daarop vroeg zij: "Wat komt gij hier doen, Lise?" "Och, tante! ik zocht u beneden in uwe kamer; zij praten binnen zooveel over een baron Frits en mijne oudtante Lisette; nu wilde ik u vragen, mij iets van hen te vertellen, en daarom ben ik hier gekomen."
Omdat hij zijne vrouw niet beminde, leidde hij zulk een wild, teugelloos leven, en toen haar geld verteerd was, schoot hij zich dood. Is dat niet vreeselijk? Lise, mijn kind, zoudt gij willen, dat ik u zoo te gronde liet gaan?"
In de woonkamer was zij niet, ook niet in de kamer waar de Kerstboom stond, en nu opende zij voorzichtig de deur van Liesjes kamertje; het was er donker, maar bij het raam stond een slanke gedaante, die onbeweeglijk naar buiten staarde. "Lise!" riep de oude vrouw zacht. "Tante!" klonk het met een onderdrukte stem. "Zeg, kind, wat scheelt u toch?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek