Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


"Zoo!" zeide Haarbaard. "Maar ik zal je eens wat zeggen; bij Sippia, je vrouw, zit een man op bezoek. Wanneer je misschien met hem zoudt wenschen te vechten, je kunt er je krachten aan meten." Toen zeide Thonarr: "Alles wat voor je mond komt meen je te moeten zeggen, als je mij maar krenken kunt. Maar nu weet ik, dat je liegt!"

Ik ken noch hem noch de plaats, waarvan gij hebt gesproken. Kent gij dan ook geen plaats, met een soortgelijken naam? Ik keek hem scherp aan. Hij kuchte en slikte, sloeg de oogen neer en antwoordde: Neen, ik ken er zoo geen een. Zie, ik merk weer aan u dat gij liegt. Gij kunt u niet zoo goed houden, als noodig is om mij van de wijs te brengen.

Janneken Palincx is een snotaap, een kwajongen! Hij is de sterkste van allemaal, Grootva!... En hij liegt nooit... Vindt gij het aardig altijd met Grootmoe getrouwd te zijn? Zij kan soms toch zagen!... Kind, kind, 't is goed dat het niemand hoort... maar zoo'n dingen moogt ge niet zeggen of denken... Snepvangers zag ongerust rond, maar er was geen mensch in de buurt.

Ook hem overwon ik in tweegevecht en dwong ik tot de verklaring, dat mijne gebiedster Casildea schooner is, dan de zijne, die Dulcinea heet." Toen onze Don Quichot den boschridder, dien hij in zijn gansche leven nog niet gezien had, aldus hoorde spreken, ontbrandde hij in geweldigen toorn, sprong op en riep: "Gij liegt, snoode en schandelijke ridder!

Ik en mijnheer Herse hebben samengespannen, en ik heb hem heilig moeten beloven, aan geen mensch, ook niet aan u, te zeggen, waar mamsel Westphalen was." "Krijg je bij den raadsheer kost en loon, of bij mij? Je hebt gelogen, Frits, en als je liegt, krijg je slagen, zóó staat het in ons kontrakt."

PROTEUS. Ik vond haar zachter, heer, dan vroeger, maar Zij vindt aan uw persoon vrij wat te gispen. THURIO. Wat? dat mijn been te lang is? PROTEUS. Neen, te dun. THURIO. Dan draag ik laarzen, die het ronder maken. Tot wat zij haat, laat liefde zich niet sporen. THURIO. Hoe vindt zij mijn gelaat? PROTEUS. Als blank papier. THURIO. Dat liegt het schelmpje; mijn gelaat is zwart. 10

"Kom, kom, Antonio, maak je nu maar niet ongerust, beste vriend.... af en toe een beetje huilen.... kom, kom, dan zult ge wel oud worden.... Gisteren hadt ge meê moeten gaan, dat was goed geweest, zooals laatst.... hebben we toen geen plezier gehad samen.... schudt uw hoofd en 't liegt niet.... maar gisteren was 't glibberig op de rotsen, en regen.... regen.... ik heb wel driemaal mijn nek kunnen breken.... en dat zou toch jammer geweest zijn, niet waar, monsieur Crépieux?"

»Als 't niet waar iszei Mr. Grimwig, »dan wil ik«.... en weer kwam de stok. »Ik sta er met mijn leven borg voor, dat die jongen de waarheid spreektzei de heer Brownlow met een slag op de tafel. »En ik met mijn hoofd, dat hij liegtviel de heer Grimwig in, insgelijks met een slag op de tafel. »We zullen zienzei de heer Brownlow, zijn opkomende boosheid bedwingend.

De lange Giannita greep den jongen in den nek, toen hij haar voorbij ijlde. "Wat zeg je?" schreeuwde zij. "Je liegt, je liegt!" en zij was op het punt hem te slaan. "Koop mijn courant, signora, vóórdat ge mij slaat," zei de knaap. Giannita kocht de courant en begon te lezen. Al spoedig ontdekte zij de zaak Palmeri.

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Gij valsche sloor, gij liegt, zijt valsch in alles; En zijt het met vervloekte schoeljes eens, Om hoon en smaad te staap'len op mijn hoofd; Maar 'k rijt u met mijn nagels de oogen uit, Wier lust het is, mij zoo beschimpt te zien. ADRIANA. O bindt hem, bindt hem, houdt hem van mij af! KNIJP. Meer hulp! de Booze is sterk, die in hem huist.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek