Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Thonarr zag er uit als een boef, en Haarbaard sprak tot hem: "Ik geloof, dat gij geen drie dingen bezit; beware! ge hebt niet eens een broek aan." Maar Thonarr wilde, dat de veerman hem over het water zou halen, en hij vroeg hem, wien het schip behoorde, waarop hij voer. "Strijdwolf," sprak Haarbaard, "heeft mij dat schip gegeven.
"Op een eiland, midden in de zee, heb ik reuzenvrouwen overwonnen: dat was een boos gebroed, waardoor veel volk schade leed." Haarbaard onderbrak hem, en zeide dat het zeer onwaardig werk was met vrouwen te vechten. "Wolvinnen waren zij," schreeuwde Thonarr, "dat waren geen vrouwen. Zij beschadigden mijn schip, dat ik op stutten had gezet, verdreven mijn dienaar, en kwamen met knotsen op mij af."
En toen Thonarr dreigde hem te zullen dooden, als hij aan den anderen kant van het water komen kon, ging Haarbaard voort: "Blijf maar daarginds, wij hebben niets met elkander te maken. Zeg zóó maar, wat Thonarr deed ondertusschen." "In 't Oosten," sprak Thonarr, "stond ik op wacht aan het water. Daar kwamen verschrikkelijke Reuzen op mij af, bestormden mij met een hagel van steenen.
"Ik," sprak Thonarr, "was in het Oosten om Reuzenvrouwen uit te roeien. Als ze allen bleven leven, zou dat booze volk veel te talrijk worden, en Midgaarde ware voor menschen niet meer te bewonen. Wat deed Haarbaard ondertusschen?" "In Vechtland," zei Haarbaard, "heb ik voor gevechten gezorgd; de vorsten stookte ik op tot den strijd. Edelen zijn het eigendom van Wodan, knechten komen Thonarr toe."
"Zoo!" zeide Haarbaard. "Maar ik zal je eens wat zeggen; bij Sippia, je vrouw, zit een man op bezoek. Wanneer je misschien met hem zoudt wenschen te vechten, je kunt er je krachten aan meten." Toen zeide Thonarr: "Alles wat voor je mond komt meen je te moeten zeggen, als je mij maar krenken kunt. Maar nu weet ik, dat je liegt!"
Toen verhaalde Vermomde de wondere namen van Wodan: "De Dolende heet ik, de Wijze en Heer; Vlammenoog ben ik, Bliksemoog, Blindmaker van menschen, Langbaard en Haarbaard, Verwarder, Verwoester, Vader der zege, Brenger van slaap. Bevende ben ik en Bruller, Waaiende, Lucht, Ziedende, Zee, Brander en Oorlogsman, Windrig en Wensch, Goede en Gouden, Stormheer, Regengod, Waarachtig en Stout.
Haarbaard echter zeide lachend: "Ik dacht, dat Thonarr zich door geen veerman ophouden liet. Maar ga gerust weg van het water, want ik denk er niet over je hierheen te halen. Wel wil ik je den weg even wijzen. Loop een uur in die richting tot bij een paal; dan nog een uur tot waar een steen staat. Sla dan links af: in dat land zult ge je moeder Aarde ontmoeten.
Maar hun vreugde was kort, want zij vroegen mij weldra om vrede. Wat deed Haarbaard ondertusschen?" "Ik was ook in het Oosten," zei Haarbaard, "maar om met een vrouwtje te vrijen. Ik schertste en stoeide met het sneeuwblanke schepsel; 't kind was gelukkig met mijn gunst. Wat deed Thonarr ondertusschen?"
Maar Haarbaard riep hem van verre nog na: "Ga jij maar gerust met heel je gedoe naar de booze geesten. Dag Thonarr!" Vermomde en Roodspeer Koning Rauthung had twee zonen. Hun namen waren Geirrodh, dat Roodspeer beteekent, en Agnar, de Ander. Eens, dat zij uitgevaren waren om met den hengel te visschen, werden zij overvallen door een hevigen wind.
Maar boeven en dieven mag ik niet overbrengen, alleen eerlijke lieden. Noem mij ten minste je naam, als je met mij wilt varen." Toen noemde Thonarr zijn naam. Hij vertelde, dat hij de zoon van Wodan was en de vader van Macht, en dat hij reus Berggevaarte gedood had. En hij vroeg aan Haarbaard wat deze had gedaan. "Vijf volle winters," sprak Haarbaard, "was ik op een eiland, dat Altijdgroen heet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek