United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen ging Wodan heen en Agnar werd koning in de landen van Roodspeer voor zeer langen tijd. Hymirs Ketel Toen de goden aan den maaltijd wilden gaan, bemerkten zij, dat de groote ketel van Egir, hun gastheer, weg was, en er dus geen drank kon worden bereid. De anders zoo vroolijke rotsbewoner was nu met droefheid, als met een nevel, omsluierd.

Maar meer zeide hij niet over zichzelf, hoe men ook vroeg. De koning liet hem toen pijnigen om hem aan 't spreken te krijgen en hij plaatste hem tusschen twee wolken van vuur. Daar zat hij acht nachten lang. Koning Roodspeer had een zoon, die tien winters oud was en dien hij Agnar noemde, naar zijn broeder.

Op datzelfde oogenblik draaide de wind en Agnar werd inderdaad weggevoerd, terwijl zijn broeder zich naar zijns vaders paleis spoedde met een leugenachtig verhaal over hetgeen met zijn broer gebeurd was. Hij werd met vreugde ontvangen als een uit den doode herrezene, en te zijner tijd volgde hij zijn vader op den troon op.

Maar Haarbaard riep hem van verre nog na: "Ga jij maar gerust met heel je gedoe naar de booze geesten. Dag Thonarr!" Vermomde en Roodspeer Koning Rauthung had twee zonen. Hun namen waren Geirrodh, dat Roodspeer beteekent, en Agnar, de Ander. Eens, dat zij uitgevaren waren om met den hengel te visschen, werden zij overvallen door een hevigen wind.

Nu was Agnar heimelijk teruggekeerd naar het paleis van zijn broeder, waar hij een dienstbare betrekking had gekregen en op zekeren dag, toen alles stil was, bood hij den ongelukkigen gevangene een beker ale. Maar nu wilde Odin niets te drinken hebben, het ergste van alles wat de god had uit te staan.

Nadat hij de gave der wijsheid en der runen verkregen had, die hem heerschappij gaf over alle dingen, wilde Odin ook de gave der welsprekendheid en der poëzie, die hij verwierf op een wijze waarvan wij zullen vertellen in een volgend hoofdstuk. Geirrod en Agnar.

Acht nachten al toef ik tusschen die vuren, en niemand, die mij drinken gaf als Agnar alleen. Agnar zal koning zijn in de landen van Roodspeer." Toen verhaalde Vermomde de wonderen van het worden der wereld vóór allen tijd: "Uit het vleesch van Ruischreus werd de aarde geschapen, de zee uit zijn zweet, uit zijn beenderen de bergen, uit zijn haren de boomen, uit zijn tanden het gesteente.

Odin, zooals reeds is gezegd, stelde veel belang in de zaken der menschen, en men vertelt dat hij in het bijzonder gaarne zorgde voor de aardige zoontjes van Koning Hrauding, Geirrod en Agnar, toen zij respectievelijk ongeveer acht en tien jaar oud waren.

De gaven van goden hebt gij verbeurd, de gunst van Walhalls heilige helden en Wodan verloren. Nu kunt gij Wodan zien: Vermomde was een Verschrikker. Komt, goden, het heil is verschenen, komt in de zaal van den Zomerzeegod: het oogstfeest gaan wij er vieren. En Agnar, heil u, heil wenscht u de heerscher van helden; nooit zal een dronk nog met grooter gunsten worden vergolden."

Agnar ging naar Vermomde en gaf hem een hoorn vol drank en zeide, dat de koning er heel erg slecht aan deed hem zoo pijn te doen zonder schuld. Vermomde dronk den hoorn leeg. Toen was het vuur zoo ver gekomen, dat zijn mantel al brandde. Vermomde sprak: "Vretende vlammen, wijkt terug. Reeds rooken mijn kleeren, mijn mantel verschroeit.