Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Dat is wel inderdaad de type van den griekschen eilandbewoner: tegelijkertijd held en makelaar, soldaat en schacheraar, bereid zijn bloed te storten en vlammende op eene kleine winst, koopvaardijkapitein en boekhouder, nog heden evenzeer gereed om kaviaar te verkoopen of zich met een ten ondergang bestemden brander tusschen de vijandelijke schepen te wagen; een wonderlijk mengelmoes van onverschrokkenheid en list, van vermetele dapperheid en berekenend overleg, van ridderlijke toewijding en koopmans egoïsme.
Bij den brander gekomen, bespeurde ik nergens een plekje, dat nog vrij van het vuur was, waarvan de hitte op twintig
Nu hing het behoud van De Ruyters schip, ja van de gansche vloot aan een zijden draad. Gelukkig werd de brander, die zoo groot was dat hij wel een oorlogsfregat geleek, vernield en door zijn volk verlaten, waaraan de vier Fransche edelen niet weinig toebrachten.
De achtergebleven bezetting van Orléans is van de zijde van de stad een aanval op les Tourelles begonnen, de vijand zit tusschen twee vuren, en tot overmaat van ellende is men er van uit Orléans in geslaagd, een brander op de Loire onder de ophaalbrug te sturen en daar vast te leggen.
De eertijds zeer talrijke bevolking is sterk afgenomen door de emigratie. Het huis Brander van Papeete heeft van hier zijn meeste parelvisschers gekregen; tegenwoordig telt het eiland nog slechts ongeveer driehonderd inwoners. Zooals ik reeds zeide, gelijken al deze eilanden op elkander.
Onder deze werkzaamheid waren wij bijna van den vuurgloed en den rook gestikt. Haastig klommen wij weer overboord, en voort dreef de brander met den wind verder. »Ik maak de reis ditmaal niet met u mede," zeide ik. »J'y ai été" zooals de Franschman antwoordde bij eene uitnoodiging om nog eens een vossenjacht mede te maken.
Mijne eerste woorden, toen ik weer spreken kon, waren: »Die verduivelde brander, en de stommeling, die hem aangestoken heeft!"
Het eiland was vroeger bezocht geworden door de kustvaarders van den heer Brander, die er kwamen om parelmoer te zoeken, maar die niet zijn teruggekeerd, omdat deze visscherij geen voldoende opbrengst gaf.
Omtrent twaalf uren op den middag zond hij een brander op hem af, die "De zeven Provinciën" zoo na kwam, dat er geen ontkomen meer scheen te zijn. Maar ook in den hoogsten nood verloor de Admiraal zijn tegenwoordigheid van geest niet. Terstond gaf hij bevel om vier sloepen te bemannen met volk uit vier schepen. In De Ruyters sloep begaven zich ook op zijne aanmaning de vier Fransche heeren.
Toen verhaalde Vermomde de wondere namen van Wodan: "De Dolende heet ik, de Wijze en Heer; Vlammenoog ben ik, Bliksemoog, Blindmaker van menschen, Langbaard en Haarbaard, Verwarder, Verwoester, Vader der zege, Brenger van slaap. Bevende ben ik en Bruller, Waaiende, Lucht, Ziedende, Zee, Brander en Oorlogsman, Windrig en Wensch, Goede en Gouden, Stormheer, Regengod, Waarachtig en Stout.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek