Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
"Grootje, grootje," snikte hij, "het water staat in de keuken. Krijn en Jaap hun moeders zijn weggeloopen en wij zijn hier alleen," snikkend viel hij grootmoeder om den hals. "Och Heere, Heere!" bad de oude vrouw, "loop gauw, neem Elsje mee, misschien kan je er nog door, gauw! gauw dan! Het is toch een gat in den dijk." "'t Kan niet grootmoe, en u dan," vroeg Bart, en klemde zich aan haar vast.
Hij schaamde zich, dat ze het tegen hem durfden zeggen, draaide zich om en snauwde: "ga jelui maar alleen hoor." "Toe nou, flauwerd," riep Krijn hem nog na, maar hij liep nog wat harder en verdween weer in de keuken. "Mispunt! lafferd!" hij hoorde het haast niet door den wind en trok de deur met een smak dicht. "Wat een slag," zei grootmoe, "was je aan de buitendeur."
Breng de schillen naar de keuken, dan zal ik grootmoe helpen. Wat is 't slecht weer en dat tegen Paschen, ik kon op den dijk haast niet blijven staan." Elsje ging naar de keuken. Zij mocht de aardappels wasschen; op een stoof kon ze net bij de pomp. Bart speelde buiten met Krijn en Jaap, die in de andere twee huisjes woonden.
Bulderend sloeg de wind naar binnen, gauw de deur dicht! Brr, wat was het koud. Krijn liep al op hem af. "Nou vooruit! wat laat je ons lang wachten. Moet je geen jas aan, heb je je brood?" Hij dacht niet anders of Bart ging mee. "Hij heb em stikum gesmeerd, natuurlijk," lachte Jaap. "Heb 't lamme, ouwe wijf 't niet in de gaten gehad?" dat was Bart toch te kras.
"Grootmoeder kan niet alleen blijven," antwoordde Bart terwijl hij zijn tranen inslikte. "Och, dat lamme mensch laat er ophoepelen," antwoordde Krijn. Bart schrok er van; gelukkig dat vader en moeder 't niet hoorden, anders zou hij niet meer met Krijn mogen loopen misschien. "Ze kan het toch niet helpen," antwoordde hij aarzelend. "Is je vader al weg?" vroeg Krijn. "Ja," knikte Bart.
Bart trok den broek en kousen van de lijn aan en kroop weer bij grootmoe onder de deken. Nu waren ze een poos stil. "Ik heb honger," zei Bart. "Jongen," grootmoe aaide hem liefkoozend over het hoofd. Als hij nu toch eens weggegaan was met Krijn en Jaap. Dan zouden grootmoeder en Elsje zeker verdronken zijn. Hij rilde er van. "Komt vader nog niet," vroeg Elsje. "Ja, vader komt straks.
Er stonden drie op het pad, dat schuin naar den dijk liep en aan den anderen kant in de weilanden uitkwam. Barts vader woonde er nog niet lang. Hij had werk gekregen op den werf in het dorp. De vaders van Krijn en Jaap waren boerenarbeiders.
Intusschen deden verscheidene bootslieden moeite om het vaartuig te beklimmen. "Handen af!" riep de schipper, een eind hout opheffende: "handen af! wat beduidt dit? Die koopman kan toch niet met u allen te gelijk meegaan. Bij Sinter-Klaas! die een hand aan 't schip slaat sla ik de hersens tot gruis. Gij allen kent Krijn Jansz, en gij weet dat hij woord houdt."
"We zouen morgen naar Krijn zijn oom gaan in den polder, die heeft een groote boerderij en daar zijn allemaal kalveren en biggen." "Tuut, tuut," zei vader, "we zouen? Heb je het dan aan moeder gevraagd?" "Aan mij niet," zei moeder. "Nou, ja, als u het goed vond," bromde Bart. "Maar we vinden het niet goed. Het is wel jammer voor je, maar je kan nog wel een anderen dag.
Hij was echter dadelijk weder op de been en werd nu door de toestroomende liefhebbers met luid gegalm als overwinnaar begroet. Reynhove was intusschen insgelijks aangekomen, mede vrij verhit en ontdaan; doch zijn paard toonde slechts weinige blijken van vermoeidheid en wettigde daardoor de lofspraak, daaraan door Krijn Jaspersz gegeven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek