Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


De schuitjes hebben een diepgang van slechts enkele centimeters, hoogstens 5; ze kunnen niet meer dan 7 personen, de bootslieden inbegrepen, bevatten. De barken moeten wel een zeer geringen diepgang hebben, omdat de Tarn zeer ondiep is en veel stroomversnellingen heeft; daarom is ook de beschreven vorm noodig; geen ander model schuit zou hier over de ondiepten heenkomen.

Onze bootslieden waren zoo goed als onmiddellijk drijfnat. Het dal is nu wat breeder dan meer stroomopwaarts, en ofschoon er eenige merkwaardige rotspartijen zijn, die ons door den neerslaanden regen ontgingen, is dit deel der vallei niet zoo grootsch als het Détroit met het Cirque des Baumes en de Pas de Soucy.

Hij wordt in hooge eer gehouden, vooral door de bootslieden, die er hun kinderen heenbrengen als de tijd is gekomen, om hun eerste haarlok af te knippen. Ze brengen dan tegelijkertijd gevogelte en rammen, die ze op de plaats zelve dooden en nuttigen. Er werd mij gezegd, dat meer dan tweehonderd personen zoo leven op kosten der geloovigen.

De bootslieden, die op dit deel der rivier bijna allen eigenlijk visscher van beroep zijn, zijn verbazend handig, lenig en sterk, en zij kènnen de rivier. Zij waarschuwen telkenmale, wanneer er een grootere versnelling te passeeren is. Men bemerkt dit bovendien zelf reeds op een aanmerkelijken afstand door het tegen de rotsen wild opschuimen en uit elkaar stuiven der golven.

De bootslieden wisselen snel eenige woorden in het voor ons schier onverstaanbare dialect, dat wat gelijkt op Spaansch doordat de uitgang -os heel druk gebruikt wordt. Wij naderen een maalstroom; een paar krachtige stooten brengen ons er spoedig doorheen.

Daar staat tegenover, dat hier de rivier vaker versperd is door rotsblokken en meer versnellingen vormt, waaronder er zijn, die zelfs zeer moeilijk gepasseerd kunnen worden, en die dan ook van de bootslieden langjarige ervaring en groote voorzichtigheid eischen.

Alvorens van ons afscheid te nemen, wijzen de bootslieden ons eenige bijzonder sterk vooroverhellende rotsen: de Sourde, een reusachtige, zich aan zoekende blikken van zelf opdringende steenmassa; en de Aiguille, een 80 M. hooge, geheel alleenstaande spitse punt. Nog een andere rots trekt bijzonder onze aandacht; 't is een bisschop met een mijter op, die zegenend de hand uitstrekt over het dal.

De bootslieden hijgden en zwoegden en waren een en al aandacht; de regen verblindde hen; toch geen enkele misstoot. Nu links een stoot, dan rechts een ruk, daarop bogen beiden naar één kant over; de bark schoot met den opgewipten kant over een rots heen. Bij elke versnelling kregen wij golfjes water over; de regen deed er het zijne bij en wij zagen weldra onze handtasschen in de boot ronddrijven.

Langs de afgesneden rivierarmen zien wij bootslieden, die hunne schuiten voorttrekken; visschers maken daar, vooral bij regenachtig weer, hunne beste vangst, want dan zwemmen de visschen, door de openingen in de oeverwerken, de zijtakken in, waar zij in menigte gevangen worden.

Intusschen deden verscheidene bootslieden moeite om het vaartuig te beklimmen. "Handen af!" riep de schipper, een eind hout opheffende: "handen af! wat beduidt dit? Die koopman kan toch niet met u allen te gelijk meegaan. Bij Sinter-Klaas! die een hand aan 't schip slaat sla ik de hersens tot gruis. Gij allen kent Krijn Jansz, en gij weet dat hij woord houdt."

Woord Van De Dag

camerinus

Anderen Op Zoek