Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Helaas! helaas! REGINE. Wat is er toch? Nu heb ik hem aan den haak, kindlief! En dat ik nu de schuld moest zijn, dat dominee zoo'n ongeluk moest overkomen! DOM. MANDERS. Maar ik verzeker je, Engstrand.... ENGSTRAND. Maar er is toch niemand anders dan dominee bezig geweest met licht daarginder. Ja, dat beweer jij. Maar ik kan mij volstrekt niet herinneren een kaars in mijn hand te hebben gehad.
»Papa?" zeide zij op vragenden toon. »Wat wilt ge, lieve?" »Zult gij naar die booze menschen gaan, die ons zooveel leed willen berokkenen?" »Ja... kindlief... ik zal gaan..." »James!..." riep mevrouw Burbank uit. »Papa!"... kreet het kleine meisje ontzet. »Het moet!... Het is mijn plicht!... Ja, ik zal gaan!"
"Kindlief," sprak de geestelijke, en streek haar zacht over het rijke, volle haar, terwijl hij zich naast haar zette en hare hand greep; "mij schiet een oude spreuk te binnen uit het album mijner Rosine; haar oude grootmoeder schreef die er in, toen zij als jong meisje het ouderlijk huis verliet, om in den vreemde als onderwijzeres in haar levensonderhoud te voorzien.
Dat wou ik niet zeggen," voegde hij er schielijk bij, daar hij bemerkte, dat den overste het bloed naar 't aangezicht vloog, "zeg eens, heeft uw vader nog die lichte, bruine oogen! En heeft hij nog dat bruine krulhaar? Een kostelijk mensch, kindlief!" sprak hij tot mijne moeder, "een mensch, wien onze goede God den naam man op 't voorhoofd geschreven heeft!"
Dat moet niet lang haken en knarsen en kraken; als je 't afdrukt, moeten er de vonken ook uitspringen. Ga nu naar mamsel Westphalen en laat die je een appel geven." Tot mijn vader zeide hij dan: "Kindlief! gij zijt zeker ook blij, dat ge een' jongen hebt. Jongens zijn beter dan meisjes; meisjes zijn mij te teemachtig. Goddank, ik heb ook een' jongen; ik meen mijn' Jochem."
Ik keek den overste aan en 't was mij, alsof ik hem al meer gezien had, en daar de mensch, als hij in 't onzekere is, juist niet het verstandigste gezicht vertoont, is mij dit toen zeker ook wel zoo gegaan, want zij lachten beiden en toen ik de komplimenten van vader en moeder had uitgestameld, zeiden zij, dat zij komen zouden; de vreemde dame streek met hare hand over mijn hoofd en zeide, dat ik stug haar had, en misschien ook wel een stuggen aard, en de baljuw zeide: "Daar kunt gij wel gelijk in hebben, kindlief, maar wat hij met zijn onbuigzaam hoofd misdoet, daar zal hij dan maar met een' weeken rug voor moeten boeten."
Mijne moeder, die zag, hoe de overste, bij de woorden van den ouden heer, nu rood en dan bleek werd, wenkte hem met de oogen toe, maar, te vergeefs; en toen hij iets dichter bij haar kwam, trok zij hem zachtkens aan zijn jas; dat hij zwijgen zou. Nu draaide de goede man zich even om, en vroeg haar: "Kindlief, waarom trekt ge me aan mijn jas?" Thans was de beurt om rood te worden, aan mijne moeder.
Hij schoof snel een stoel voor haar naast grootmama, toen hij haar zag, maar Elsje lette er niet op en ging terstond naar hare tante, die een weinig van de anderen af, op de canapé zat te lezen. "Het spijt me voor je, kindlief, maar daar kan niets van komen," zei mevrouw d'Ablong half fluisterend, toen ze Line's briefje had gelezen.
"Dan zou het voor die onderschrapte "nakomelingschap" tenminste nog van eenige waarde kunnen worden; maar kindlief, vader Armelo heeft twee dochters; de eene is het vrouwtje van je onderdanigen dienaar Helmond, pur sang plebejer, en de andere, al trouwde ze met een prins, de gravenkroon der Van Armeloo's zou toch nooit door haar edele telgjes kunnen gedragen worden!"
"Ik weet er geen woord van; ik ben heel dom in 't leeren; en Fransch kan ik niet uitstaan; het is zoo'n glibberige, onmogelijke taal," was het ruwe antwoord. Opnieuw wisselden de tantes een blik, en Tante March hervatte tot Amy: "Je bent nu volkomen gezond en sterk, niet waar, kindlief? Je hebt geen last meer van je oogen, wel?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek