Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Hij ging eerst in Den Briel wonen; maar niemand kende hem daar meer en daarom zag hij ook al uit naar eene andere woonplaats. Had Vlieland wat dichter bij gelegen dan zou hij daar zijn gaan wonen. Dan was hij dicht bij Jonge Kees, die al dadelijk van de vloot was gegaan toen deze na den dood van Tromp geheel verslagen thuis kwam. Maar als hij eens naar Maassluis ging.

"Leer om leer kan ik je niet geven!" roept Jonge Kees, "maar smijt jij met steenen dan doe ik het met talhouten!" Zjst daar vloog er al een. Nu smeten al de Engelschen met steenen en al de Hollanders met talhouten. Het was een grappig gezicht, vooral omdat geen van allen raak gooide. Jonge Kees houdt op met smijten en roept: "Legt neer dat hout!"

Kees was blij, dat hij den Dajak zoo gemakkelijk had kunnen bepraten. Korten tijd later keerde deze terug. »We hebben alles overwogen, heer, en de meeste mannen geven er de voorkeur aan, terug te keeren." »Dat is verstandig, Petinggi! Maar zijn er nu ook een tiental mannen tot mijn beschikking?" »Zeker, heer! Er zijn zelfs veel meer, die met u mee willen.

En inderdaad, Kees, een half blinde, half lamme boerenknecht, kwam strumpelende voor den dag uit een schuurtje, dat aan de herberg paalde, en vatte post naast zijn medehelpster Trui.

Daar heerschte vreugde op de vloot toen men vernam dat Tromp alweder met het opperbevel belast was en de goede geest, die op dat bericht zich van het scheepsvolk meester maakte, was eene halve zeemacht. "Heb ik het niet gedacht?" riep Huib. "Ze kunnen Goede Vaer niet missen! Nou ga ik weer met pleizier aan den dans, al was het vandaag! Gaat ge mede, Jonge Kees? En jij ook, Adriaan?"

»De witte menschen moeten heel knap zijn. Is dat zoo?" vroeg een der Sibaoe's. »Ja, dat is zoo. Zulke schepen hebben wij. Daarvoor juist hebben we steenkool noodig," zei Kees. Marti en Amat hadden stil naar het gesprek geluisterd. De eerste keek vol bewondering zijn meester aan; hij had nooit gedacht, dat deze zoo mooi liegen kon. De Maleier daarentegen vertrok geen spier van zijn gelaat.

»Welnu, luistert dan! Hoe heet dit dorp?" »Seboedoet, heer!" antwoordde een der mannen. »Welk water drinken de menschen van Seboedoet?" »Het water van de Soengei Pejang, heer!" Kees had moeite zijn vreugde te verbergen, toen hij dezen naam hoorde. »De Soengei Pejang is een zijrivier van de Soengei Sibaoe, nietwaar?" »Ja, heer." »Kent ge een tak van de Pejang, die de Soengei Tekoeng heet?"

Nu vaarwel, aanminnig meisjen! Ieder in ons huis verlangt, Datge een eind maakt van uw reisjen, Als gij dezen brief ontfangt. Kees zou voor 't eerst naar school toe gaan, Maar was de stoep pas afgetreden, Of 't scheen, hij was niet wel te vreden; En bleef, het hoofd om hoog, een poos verwonderd staan.

"Ik denk nogal dat je 't na je dood ook heel goed zult hebben, Keesje!" zei ik. "Ik hoop et, meheer: in den Hemel is alles goed; maar dat meen ik niet. Ik wou me lijk verbeteren, weet u?" "Wat is dat, Kees?" "Hoor reis, as we dood zijn, dan leit men ons op strooi en we krijgen 't goed an van 't Huis, net as wanneer we leven, en dan gaan we na 't kerkhof, in de put; dat wou ik niet.

Want naar zee te gaan, dat beviel me vrij wat beter dan in het school op die harde banken te zitten. Ik leerde bovendien heel weinig, omdat ik er geen lust in had. Lacie, wat heb ik mij hierover later beklaagd! Kan-je lezen en schrijven, Jonge Kees?" "Jawel, ik heb dat te Schevelingen van onzen dominé geleerd. Die man houdt veel van me!"

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek