Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


De vijfhonderd gulden bleven bij haar in bewaring. De moeder had ze in eene kous en in de ledige pulle geborgen. "En nou vraag ik je nog eens, Jonge Kees, of je getrouwd bent, ja ofte neen!" zeî Huib toen Maassluis achter hem lag. "Ik heb immers straks al gezegd van neen, wat maal je toch?"

Heb-je me daar pas niet door elkander geschud dat mij alles groen en geel voor de oogen werd?" "Heb ik dat gedaan? Ik?" "Welja, zeker heb-je dat gedaan! De sterrekens dansten me voor de oogen alsof het klaar nacht was. De scheepsbarbier mag straks mijn armen en schouders wel verbinden!" "Hoor, Kees, 't is waar, ik herinner me nu ook, dat ik je zoo even heen en weer geschud heb!

»De plaats, waar de boot heeft gelegen en de plek, waar de mannen overnacht hebben." »Goed zoo! en wat nog meer?" »Een spoor, dat het bosch inloopt." »Ga dat dan volgen." »Er zijn al een paar mannen heen gegaan, heer." Kees begaf zich naar de door de Dajaks aangeduide aanlegplaats en overtuigde zich van de waarheid. Nu besloot hij verdere berichten af te wachten.

Maar ook zijne twisten met Schout Bardes komen hem voor den geest, hij weeft nogmaals in zijne gedachte met den Pastoor der Oude Kerk het net, dat hij dien geheimen vijand spannen zal: hij onderhoudt zich nogmaals met zijne medeplichtigen; Geele Fij, Volkje Willems, den Notaris Kees Maartszoon, den Slijper Arie Janszoon, die, door zijn goud of zijne beloften bekoord, den Schout en zijne huisvrouw valschelijk beticht hebben van Wederdooperij: en al is de valschheid dier beschuldiging toen bewezen geworden, en al heeft hij, als verdacht van omkooping, jaar en dag gevangen gezeten., en al heeft hem die zaak schatten gekost, men heeft hem toch eindelijk weder moeten ontslaan; en terwijl Volkje in de gevangenis is overleden, Fij op jammerlijke wijze ter dood gebracht, de Pastoor en de Notaris gebannen, de Slijper bovendien gegeeseld is, is hij de eenige geweest, schrander genoeg om te zorgen, dat er geen bewijs tegen hem te vinden ware: en wederom glimlacht hij bij de herinnering, dat hij toch nogmaals, na dien tijd, tot de Burgemeesterlijke waardigheid verheven is geworden; en dat, al was de Schout te dier gelegenheid den hem gespannen strik ontgaan, hij, Henrik, zich later toch op Bardes heeft zien wreken, toen die ongelukkige, op zijn ouden dag voor den Bloedraad geroepen, de felste pijniging en geeselingen heeft moeten doorstaan en zijn leven in armoede en waanzin geëindigd heeft.

Van zelf komen de klanten niet naar je toe, we moeten ze geregeld bezoeken. O Trijn, nu zullen voor ons de goede dagen eindelijk ook gaan komenTrijn antwoordde niet. Zij stond in gedachten verzonken. Eindelijk zeide ze: »Ja Kees, dat is alles goed en wel, en 't is een mooi idée van je, maar zie je, ik kan me maar niet begrijpen, wie het toch kan zijn, die ons zulk een groot cadeau geeft.

Toen Jonge Kees den heer Bicker gezegd had wat hij wilde doen, vond deze het goed mits hij dan maar spoedig bericht zond; want Tromp was erg verlegen. Niet dan met veel moeite gelukte het hem zijn vader over te halen; maar toen deze daartoe verlof gaf, was er niemand blijder dan hij. In plaats van een bericht aan de heeren te sturen ging hij zelf, zoodat we hem een paar dagen later alweer voor Dr.

Na dien avond nog wat gepraat te hebben met Senawa en enkele andere Dajaks, was Kees tamelijk vroeg gaan slapen. Ook Marti en Amat begaven zich ter ruste. Weldra was het stil in de gaanderij en scheen alles in diepen slaap verzonken. Inderdaad, zoo scheen het. Maar de listige Amat waakte. Na eenigen tijd rees hij voorzichtig op van zijn mat.

»Nu Kees«, zeide ik na afloop van de plechtigheid, »waart ge onder den indrukHij keek me ironisch aan, en leek, den prijs in contanten ten spijt, wel ietwat verstoord. »Nu«, ging ik vroolijk voort, »heeft men u in 't zonnetje gezet?« »Och, zeide hij, het was een heele toespraak. Ik kon niet alles verstaan.

"Spijkert het dicht, spijkert het dicht!" roept Jonge Kees en houdt, onderwijl er een man naar boord terugkeert om hamer en spijkers te halen, met vier man bij het luik de wacht. De ander is spoedig terug, en daar gaat het, klop-klop-klop, de eene spijker na den anderen wordt er flink ingedreven. 'T is of het nooit meer open moet. "En nu naar huis," zegt Jonge Kees.

De heer Bicker gaf hem eenen brief voor den Admiraal mede en toen Tromp dien gelezen had, gaf hij den knaap de hand en zeî: "Jonge Kees, het Vaderland verwacht groote dingen van u! Blijf altijd zoo trouw, eerlijk en moedig, dan zal het u wèlgaan!" Jonge Kees bloosde van blijdschap en had de handen van Goede vaêr Tromp wel willen kussen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek