United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wel, telkens wanneer de tranen van grootmoeder op de bloem vallen, worden de kleuren weer frisch, de roos zwelt op en vervult de geheele kamer met haar geur, de muren zinken weg, als waren zij slechts nevel, en rondom haar is het groene, heerlijke bosch, waar de zon door het loof der boomen straalt: en grootmoeder ja, zij is weer geheel jong, zij is een bekoorlijk meisje met blonde lokken, met blozende wangen, schoon en aanminnig, geen roos is frisscher; maar de oogen, die vriendelijke, gezegende oogen, ja, die behooren nog aan grootmoeder toe.

Is mijn schouder niet bont en blauw om het mij in gedachtenis te doen blijven? Wees dan het Noodlot dankbaar, want ik heb uw vijand gevonden. Let maar op. Hierop keerde hij zich tot Drusus: Vertel ons meer van hem; van hem, die zoowel Jood als Romein is, bij Phoebus, eene vereeniging die een centaur aanminnig zou maken! Hoe kleedt hij zich, Drusus? Als een Jood.

Vergleeden leeven! lieflijk heuvelland! waar rond een wijd, blank meer de kusten glooyen oopen voor 't licht, en zich aanminnig tooyen met woud en wingert, rossig in den brand van warme zon, waar blijde menschen gaan, waar stil en slank de popelreyen staan,

Nooit te voren is Guy Chester zoo getroffen door den toon van een menschelijke stem, ofschoon, in de bijna ondoordringbare duisternis, haar bekoring niet wordt ondersteund door een bevallig figuurtje, aanminnig gelaat of schitterende oogen. Het is enkel de stem, die hem bekoort. Deze zegt: "Senor, zijt gij een officier? Hebt gij gezag over deze woeste mannen?"

Een andermaal moet de pastorale dienen, om de lasterlijkste politieke satire een dichterlijk kleed te verleenen: een Bourgondisch partijganger steekt al den haat tegen den vermoorden hertog van Orleans in het gewaad van een aanminnig herdersdicht: le Pastoralet. Bij de hoffeesten ontbreekt nooit het pastorale element.

U, o Flora! aanminnig wezen Met uw oogjes, zacht en lieflijk, Met uw mondje, nooit volprezen, Met uw inborst, zoo bekoorlijk Geef ik gaarne een viooltje, stil en klein Als zinnebeeld uwer deugden, veel en rein. En voor u, Isaa! dient tot zinnebeeld De schoonste roos, vol vuur en gloed, Daar uw wezen noch uw spreken ooit verheelt De warmte van uw hartebloed.

Ze was natuurlijk aanminnig geweest, ja was zelfs zoo ver gegaan het leven op het land altijd onder zekere voorwaarden te prijzen, en had, zoowel door 't een als 't andere, een zoo gunstigen indruk op het gemoed van den nog altijd weerbarstigen Alceste gemaakt, dat hij onder 't huiswaarts keeren aan zijne moeder beloofde, na zijn uitstapje ernstig het hof te zullen maken aan haar lieveling, thans fraaitjes op weg ook de zijne te zullen worden.

Deze vorstin was zeer schoon en aanminnig, bovendien had zij van haren vader een verwonderlijke dichtgave geërfd. Zij ondersteunde begaafde zangers en dichtte fraaie liederen. Daar was in dien tijd aan het Fransche hof een zekere heer de Labrosse, kamerheer en gunsteling van den koning.

Plaats Ibycus naast onzen vriend, den Spartaan, en bedenk eens wat gij wel zeggen zoudt, als ik den dichter met gebalde vuist, den held met een aanminnig gelaat en bevallige gebaren wilde voorstellen?" »En wat antwoordt Amasis op uwe aanmerkingen betreffende dezen stilstand?"

Hoe onrechtvaardig ook deze stemming was, het zal den weldenkenden beschouwer van z'n zielegeschiedenis aangenaam wezen te ontwaren dat-i nog iets anders was dan kinderlyk en goedig alleen. Het werd waarlyk tyd. Na 't eten werden de Kruckers onthaald op den traditioneelen toer. En ook Wouter mocht meeryden... in 't achterbakjen alweer, waar men hem 't aanminnig Bonifaasje te bewaren gaf.