Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 november 2025


"Was het dan om een streek van de kavaliers, dat ik hem buiten zijn huis gesloten heb? Hoe wil jelui dat verantwoorden, overste?" Beerencreutz haalde de breede schouders op. "Ik heb veel te verantwoorden." "Maar ik geloof, dat dit het ergste is wat je gedaan hebt." "Ik heb ook nooit zwaarder gang gedaan dan vandaag naar Helgesaeter.

"Ze gelooven het dus niet?" vroeg kapitein Lennart. "Neen, kapitein," antwoordde de boerin: "niemand gelooft het!" Toen bleef kapitein Lennart niet langer in de kamer, hij wilde naar huis. Buiten trof hij toevallig goede oude vrienden aan. De kavaliers van Ekeby waren juist in de herberg aangekomen. Sintram had ze daar uitgenoodigd om zijn verjaardag te vieren.

Gepensionneerde officiers en arme edellieden rijden niet langer Wermeland rond in rammelende wagens; maar hier zullen ze herleven, de blijde, zorgelooze, altijd jonge kavaliers! Al deze ver in 't rond beroemde mannen konden een of meer instrumenten bespelen.

Als je nu, toen je 't volk in de kerk gezien hadt, tegen je zelf hadt gezegd: "Ik zal het helpen, ik zelf zal al mijn krachten besteden om het te helpen," en niet dien last op de schouders van je zwakke vrouw en van oude mannen met weinig kracht gelegd hadt dan zou ik je geprezen hebben." Gösta Berling lag een poos zwijgend vóór zich te kijken. "Wij, kavaliers zijn vrije mannen," zei hij toen.

En terwijl ze spelen, barst hij plotseling in tranen uit. Hij vindt het heele leven zoo treurig. Hij verbergt het gezicht in de handen en schreit. De kavaliers zijn ontzet. Dit zijn niet de zachte, genezende tranen, die vrouw Musica gewoonlijk te voorschijn roept. Hij snikt als een wanhopende. Geheel radeloos leggen zij hun instrumenten neer.

Hij had misschien den heelen dag niet gegeten en was uitgeput door zijn lange wandeling. En daarom werd hij al wonderlijk in 't hoofd door een paar glazen. Toen de kavaliers hem zoover gekregen hadden, dat hij niet recht meer wist wat hij deed, gaven ze hem 't eene glas na het andere. Zij meenden er niets kwaads mee. 't Was pure vriendelijkheid. Hij had immers in geen vijf jaar wat lekkers gehad.

"Maar Gösta, wij zijn maar met ons twaalven," riepen de kavaliers en roerden hun glas niet aan. Gösta Berling, dien zij de dichter noemden, schoon hij nooit gedichten schreef, ging kalm voort: "Broeders, kavaliers. Hebt ge vergeten, wie gij zijt? Gij zijt het, die de vreugde in 't leven houdt in Wermeland.

En de kavaliers zien met sombere gezichten naar de vijftig pond die in 't magazijn liggen, en ze buigen de hoofden van smart en schaamte, want zij hooren hoe heel de natuur honend om Ekeby lacht, en het komt hen voor, als beefde de aarde van snikken, als dreigden de boomen hen met booze gebaren, als klaagden gras en kruid omdat het gedaan is met de eer van Ekeby.

Kunnen we die nu hier dansen, op de krakende planken van den kavaliersvleugel, tusschen deze nauwe muren, zwart van rook en ruig van vuil, onder dit lage dak? Wee u, dat ge hier la cachucha speelt! La cachucha, is die voor ons, kavaliers? Buiten huilt de sneeuwstorm! Wilt ge de sneeuwvlokken op maat leeren dansen, speelt ge voor de lichte kinderen van den sneeuwjacht?

En zij vroegen zichzelf af, waarmee ze verdiend hadden, dat de wijn niet meer smaakte, het kaartspel niet vermakelijk meer was en muziek hen niet meer opwekte. Waarom was de blijdschap van hen geweken? Wat hadden zij voor kwaad gedaan, die arme stumpers van kavaliers? Daar ging de deur open, en de dochter van den predikant van Broby kwam binnen.

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek