Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Maar hij wordt daaruit gewekt, want de jonge gravin is wanhopend, en haar woorden hebben den snijdenden klank der vertwijfeling. Zij ligt op de knieën tusschen de kavaliers en smeekt weg te mogen gaan. "God heeft mij nog niet vergeven," roept zij; "laat mij gaan!" Gösta ziet, dat geen van de anderen in staat is haar te gehoorzamen. Hij ziet in, dat hij het doen moet.

Die andere is immers de jonge gravin van Borg! Maar wat beteekent dat? Zijn we nu een nieuwe misdaad op 't spoor? Waarom is de jonge gravin hier, op Ekeby? Waarom heeft men ons verteld, dat ze ver weg of dood was? In naam van de eeuwige rechtvaardigheid, zullen we nu de kavaliers niet aanvallen en ze tot pulver stampen onder onze, met ijzer beslagen hielen? Daar hoort men een ver klinkende stem.

"Neen, laat 't zitten," zei Sintram, "dan kan hij 't zien als hij wakker wordt. Hij zal er pleizier in hebben." En zoo bleef het zooals 't was. En de kavaliers dachten niet meer aan den kapitein. 't Feest duurde den heelen nacht. Tegen den morgen braken ze op. Toen was er ongetwijfeld meer wijn dan verstand in hun hersens. Nu was het de vraag, wat zij met Lennart zouden doen.

"Ben je minder dan Löwenborg, die daar aan zijn houten piano zit, of dan al de andere kavaliers, de moedige, zorgelooze, de eeuwig jonge? "Je weet immers, dat geen van hen voor lijden bewaard bleef." En Gösta ziet ze allen aan. Ach, daar zitten ze allen even ernstig en luisteren naar die muziek, die niemand hooren kan. Plotseling wordt Löwenborg in zijn droomen gestoord door een vroolijk lachen.

Daarom had hij de kavaliers tot Heeren van Ekeby gemaakt; daarom had hij de predikant van Broby de gemeente laten uitmergelen; daarom had hij droogte en honger over het land gebracht. Op de markt te Broby zou de beslissende slag zijn gevallen. Door ellende aangehitst zou 't volk tot moord en diefstal zijn overgegaan. Daarna zou 't gerecht zijn gekomen en 't volk nog ellendiger gemaakt hebben.

Maar voor de daklooze kavaliers is ze als een moeder geweest en daarom wilden ze niet luisteren naar den laster, die fluisterde, dat ze een verbond met den duivel gesloten had. Dus vragen ze verwonderd, welk contract ze met hem gesloten heeft. En hij, de zwarte, antwoordt, dat hij de Majoorske de zeven bergwerken geschonken heeft onder voorwaarde, dat ze hem ieder jaar een ziel zenden zou.

Maar hij kwam alleen bij om te sterven. Hij haalt diep adem en geeft den geest. Dan zwijgen de getuigen; maar een stem heft den doodpsalm aan. Allen stemmen in. En gedragen door honderden sterke stemmen stijgt het lied omhoog. 't Is de afscheidsgroet van de aarde aan de scheidende ziel. 't Was lang vóór 't jaar, waarin de kavaliers Ekeby bestuurden.

't Is waar, de andre kavaliers waren ook zulke tamme vogeltjes niet. Maar niemand had toch zulk heet bloed als neef Christoffel. Een berenjacht was 't eenige wat hem opvroolijken kon en zijn verflauwde levenslust weer opwekken, een berenjacht of een vrouw, één enkele vrouw. Hij was weer opgeleefd, toen hij tien jaar geleden voor 't eerst gravin Märta gezien had, die toen reeds weduwe was.

Hier is een tafel en hier zijn banken. De kavaliers houden kerstnacht in de smidse. Hier is geraas en vroolijkheid, muziek en zang. 't Gedruisch van 't middernachtelijk feest wekt niemand. Al 't getier en gestommel in de smidse wordt verdoofd door 't machtige bruisen van den waterval daarbuiten. Daar is geraas en vroolijkheid! Als Mevrouw de Majoorske hen nu eens zag? Nu, wat zou dat!

De weger wilde er tenminste niet van hooren dat bedrog mogelijk geweest was. En hij zou 't toch wel weten. Toen de kavaliers thuis kwamen, hoorden ze groot nieuws. 't Huwelijk van graaf Dohna zou ontbonden worden. De graaf had zijn hofmeester naar Italië gezonden, om bewijzen te halen, dat het huwelijk onwettig was. Hij kwam in den zomer met voldoende inlichtingen terug.

Woord Van De Dag

doppe

Anderen Op Zoek