Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 mei 2025


In 't knetteren en sissen van 't vuur zou ik meenen de klachten der daklooze herinneringen te hooren, en op de blauwe punten der vlammen zou ik meenen de verjaagde geesten te zien zweven. Ik zou er aan denken, hoe de smart schoon maakt, hoe het ongeluk glans verleent en ik zou schreien, alsof een tempel voor oude goden opgericht tot ondergang gedoemd was.

Maar voor de daklooze kavaliers is ze als een moeder geweest en daarom wilden ze niet luisteren naar den laster, die fluisterde, dat ze een verbond met den duivel gesloten had. Dus vragen ze verwonderd, welk contract ze met hem gesloten heeft. En hij, de zwarte, antwoordt, dat hij de Majoorske de zeven bergwerken geschonken heeft onder voorwaarde, dat ze hem ieder jaar een ziel zenden zou.

Wat moest er van haar, arme daklooze worden. Gebrandmerkt en onteerd zou ze zijn, zoolang ze leefde. En 't was haar vader zelf, die haar 't gloeiend brandijzer in de schouders drukte. "Vader," riep ze nog eens, "wat moet er van me worden? De menschen zullen allerlei kwaad van me denken." Zij schreide en jammerde; zij was geheel verstijfd van kou.

Geen uitgedroogde perkamenten, geen dichtgesnoerde geldzakken, maar arme, zorgelooze mannen, kavaliers van den morgen tot den avond. Geen slaperige thuiszitters, die 't hoofd laten hangen; maar rondzwervende mannen, blijde ridders met honderd avonturen. Nu heeft de kavaliersvleugel al vele jaren leeggestaan. Ekeby is niet meer het toevluchtsoord voor daklooze kavaliers.

Hij was geen verstootene, geen verworpeling, geen daklooze grappenmakker, neen, een koning onder de mannen, vorstelijk van geboorte! Hij en de andere jonge mannen smeedden een samenzwering tegen haar. Zij moest er maar eens over nadenken hoe verkeerd ze deed, toen zij zich zelf met haar schoonheid en rijkdom aan den ouden man gaf. En zij lieten haar tien dansen over zitten.

"Ik vertelde hem, dat sommigen van ons recitatores zijn, die de oude gedichten voordragen, en dat anderen trovatores zijn, die nieuwe dichten. "Ik zei hem dat wij tot vreugde waren van vele menschen op het edele eiland, en vroeg hem, waarom hij ons niet het leven wilde laten behouden; een daklooze kan niet leven.

't Waren daklooze, uitgehongerde stumpers, die in de haven zelf hun verblijf hielden, tusschen de steigers rondzwommen, en het afval aten, dat in het water werd geworpen. Zij waagden zich nooit in de stad, die aan de zwarte ratten toebehoorde. Maar zoo langzamerhand, toen de grijze ratten in aantal toenamen, werden ze moediger.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek