Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Euphrasie, hoorden de twee vrienden hem met lijzige fluisterstem beginnen..., en hij probeerde met Veel-Hoar het welbekende, heimelijk praatje aan te knoopen, dat zij ditmaal echter dadelijk, kortaf, op boozen toon bijna, afhakte: Joa moar, Sies, vandoag 'n 'k gienen tijd, zille; ge moet nen andere kier komen.

Zij keek het meisje aan, roerloos en stom een oogenblik, als was het haar niet mogelijk die eenvoudige woorden te begrijpen. "Wat dijnkt ou, bezinne?" herhaalde 't meisje bedeesd. "Ach joa g'e-woar," antwoordde zij eindelijk, als uit een droom ontwakend; "hij zal nou woarschijnlijk wel honger hèn; hij...." Zij beet op haar lippen en staarde opnieuw, sprakeloos, als verwilderd, 't meisje aan.

Ja! hij zou noâr je voâder goân? jawel mergen! Moâr ik dacht: de jongen spreekt zoo bout, wie weet of hij geen verlof heit van Mijnheer? en zoo van 't ien op 't oâr komende, dacht ik zoo bij mijn aigen: joâ! het is toch de bediende van een groote Mevrouw en hij is zoo veul als kind in huis: ik zal moâr de minste wezen; en zoo stond ik op en liet hem oet, en toen zag ik dat hij twee brieven in de hand had."

Zij voelden blijkbaar iets hinderlijks in de aanwezigheid van den triviaal-dikken kladpotter. Zij wisselden halfluid enkele woorden in hun vreemde taal en jonkvrouw Elvire vroeg aan Fonske: Kan ik euk ou ander werk ne keer zien, dat thuis es? Joa joa g' mejonkvreiwe, antwoordde Fonske; en hij was dadelijk bereid haar te vergezellen.

Toen ze na een oogenblik terugkwam, waren haar hoofd en schouders dicht met witte sterretjes en stippeltjes bepoeierd. Eén hing er in haar snor, dat dadelijk tot een kristal-traantje versmolt. Kijk kijk! snieuwt het woarachtig al? riep hij verwonderd. Joa 't en 'k geleuve dat ze 'r dikke zal vallen, knikte zij.

Batjen geet ter achter staan en Henne smit: den steen sleifert fijn, 't geet er goed op aan, joa, he raakt ze efkes, een paar köpkes valt ter of. "Melken, melken" röp e!

Hij leek haar nu veel grooter dan de eerste maal toen zij hem zag, zóó groot, dat de lage, zwartgerookte balkenzoldering der keuken hem op hoofd en schouders scheen te drukken. "Koeden dag. 't Is hier da 'k moet zijn, niewaar?" vroeg hij beleefd, in moeilijk, gebroken Vlaamsch. "Joa 't meniere, hier, hier in de koamer," hijgde zij, hem naar de binnendeur loodsend.

Ha, da zal wel, e-woar?" meenden Belzemien en Standje. Coben, roerloos en zwijgend, stond zenuwachtig te sidderen, alsof hij de zaak nog niet heel duidelijk begreep. Joa moar, veur hoe lank?" vorschte de zuster, op nijdigen, bijna agressieven toon. Voor hoe lang!... Ja, wie kon dat vooruit zeggen?

Da es geld wigsmijten of nie weten wa mee gedoan! Woarveuren dient datte? Doar 'n es toch ommers giene meinsch, die da ziet of ge fijn of grof ondergoed droagt!" Ha joa moar, zuster, ge zeg gij datte! Ge 'n weet gij niet of 't almets nie gezien 'n wordt!" riep Standje ondeugend glimlachend. O slech vreiwevolk, zeker!" smaalde Cordúla met van diepe minachting neertrekkende lippen.

Haar handje had een korte trilling van emotie en verrassing en een teere zucht steeg van haar lippen. "Joa ik... 'k zie ou euk geiren," antwoordde zij heel stil, heel zalig-zacht ontroerd. Hij legde zijn arm om haar middel en plotseling begon zijn hand hevig te beven. Hij wilde nog veel meer zeggen, maar kon niet.

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek