Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Groote Amerikaanse sphiegchel des gheheims!" "Loat me met vrêje!" zei Gerrit, en Gijs, die zien Mijntje toch wel is efkes had willen zien, werd door den ontstemden vader voortgetrokken.

"Heur Peter," begon vrouw Janssen, toen ze eindelijk tot rust kwam: "'k Heb van nacht 'en roare dreum gehad; 'k mot 'm oe êfkes vertellen.

"Loawwe êfkes rusten," zei Arie Wessels, toen hij, door Joapik ondersteund, tot aan het groote ijzeren hek der buitenplaats van zijn pachtheer gekomen was, en hem het zweet op het aangezicht stond: "Zie zoo," hernam hij, na eenige oogenblikken rustens: "nou met Gods hulp moar weer veuruut!" De oude Wessels werd aangediend, en in het kantoor gelaten.

"Geurt!" riep de eigenares van 't Uiversnest haar bouwkneeht toe: "breng gij die stakkert is êfkes noar binnen, de jong het 't biester te kwoad." De jong had het wel te kwaad, want een geruimen tijd verliep er eer hij door warmte, een weldadige rust, benevens eenige versterking, in staat was, om op de vragen van zijn gastvrouw te antwoorden. "Woar kom ie van doan jungske?" vraagde Deine-Meu.

Wat de oude ook doen kon, maar terstond gaan kon hij onmogelijk, en de knecht vertrok met het, door Wessels bevende geuite antwoord, dat ie, as 't moar êfkes meuglik was t' oavend kommen zou. De dag verliep; de hitte bleef aanhouden, en nadat Wessels God om sterkte gebeden, en met behulp van Doortje, de beste spullen had aangetrokken, begaf hij zich, door Doortjes broeder ondersteund, op reis.

Batjen geet ter achter staan en Henne smit: den steen sleifert fijn, 't geet er goed op aan, joa, he raakt ze efkes, een paar köpkes valt ter of. "Melken, melken" röp e!

"Och! joa, zie, weet je voader... 'k was zoo benauwd dat ze beduusd zou zin," zei Gijs weder, en besloot: "'k Zou wel is êfkes noar 't darp willen." "En de wrungel steet al op toafel!" sprak Meeuwsen: "He'k ooit zoo'n jong!" "Za'k moar?" zei Gijs met een innemend gezicht. "In 'en kertier weerum," beval de vader.

Nadat Paul de paarden tot kalmte had gebracht, verzocht hij Anneke, dat ze êfkes d'r veur zou goan stoan, en terwijl het meisje aan dit verzoek voldeed, trad Paul op den man toe, maar, ofschoon hij hem schudde, op zijn vragen bekwam hij geen antwoord, doch bemerkte toch al spoedig dat de onbekende persoon niet dood, maar dronken was.

Moeder Trijntje, die niet wist wat Jan toch schêlde, stapte juist in haar bedstee, toen de man zei: "Vrouw, 'k goai nog êfkes op de dêl um te zien of de jongens alles wel kloar hebben." "Goed," zei de vrouw, en weg was hij. Janboer, wien het bloed den ganschen dag had gekookt, voelde zijn onrust vermeeren nu het oogenblik naderde, waarin hij wellicht de hardste waarheid zou vernemen.

"Zâ'k 't niet efkes veur oe naar 't huus brengen, m'neer?" vraagt de jongen, die verheugd is over het kwartje, dat hij gekregen heeft. "Niet noodig; dank je. Ga heen." "Nou, m'neer mòt 't eiges weten; anders...." "Ga dan toch heen!" klinkt ongeduldig het antwoord. "Wat 'n roare, kribberige vent," pruttelt de jongen, terwijl hij zich zich verwijdert.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek