Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Joa joa 't, meniere, antwoordde Van Speybroeck plomp en argeloos. En hoeveel hét 't gekost? Ha... ha... niemendalle, meniere, antwoordde Van Speybroeck gansch verlegen. Niemendalle!... Zelfs giene nieuwe stienweg? Daar had je 't al! Ineens begreep Van Speybroeck heel duidelijk, en ook al de anderen begrepen. Weer was er een oogenblik stilte.

'En mins mag vroolik wêzen óók, wat zeg gij d'r nou toe?" "Welzeker Jochem. Maar gesteld eens dat jij voorzanger kondt worden, weet je wel dat het een kerkelijke bediening is, en....?" "Joa! joa wel, krek! kark-karkse-bediening domenei." "Juist, maar dat daarom een voorzanger, die tegelijk voorlezer moet zijn, bijzonder in de bijbelsche geschriften te huis behoort te wezen."

"Och Hiere God!" riep zij, op haar trillende beenen overeind vliegend. Zij kwam hem op den drempel te gemoet gerend: "'n dépèche?... veur mij?"... en ontving met een kalm: "joa 't bezinne" van het jongetje dat van zijn rijwiel wipte, de groene toegezegelde enveloppe van het telegram. Met bevende vingers scheurde ze die open en las, de oogen schemerend: "Ik kom van avond terug. Hij kwam terug!

Zij waren weldra zoo totaal van het doel huns bezoeks afgedwaald, dat Alfons haar eraan had moeten herinneren en met trillende stem aan nicht Begijntje gevraagd had of ze 't wel goed vond, dat ze met elkander trouwden. "Joa ik," had nicht Begijntje geantwoord, "op conditie da g'ulder veur ulder huwelijk deftig gedroagt en in de zonde van onkuischheid nie 'n vervalt."

En hier toch zeu eenzoam en zeu stille, e-woar?" Joa zeker,... joa zeker... 'n greut verschil, e-woar?" meenden nog eens de broeders. Achter de heldere ramen van het boerenhuis glom het gele schijnsel van een aangestoken lamp. Langzaam keerde Leontientje met haar ooms door de droomerige atmosfeer terug. Zij voelde zich vermoeid en wenschte te gaan slapen.

Joa moar, 't es nou nog bijkans zomer; wa zal 't in de winter zijn! meende 't Barontje tot versterking van 't geval te moeten aanbrengen.

Het dienstmeisje kwam weer in huis: "Hij es bezig in de peirstal, bezinne en hij zegt dat hij gienen tijd 'n hèt om te komen eten. Hij vroagt of 'k hem doar 'n stik breud en 'n glas bier wille brijngen." "Brijng het hem," zei Rozeke. "'n Stik roggen-breud mee 'n schel heufvlakke, bezinne?" "Joa, 't es goed."

Paul lachte pijnlijk, en stilstaande zag hij het meisje eenige oogenblikken zoo vreemdsoortig aan, dat Anneke er beduusd van werd; eerst de oogen nedersloeg, maar ze toen weer tot hem ophief, en treurig zeide: "Och, Paul, 't is me tegenwoordig zoo duuster." "Joa, Anneke, 't is mien óók duuster," antwoordde de jongen; "'t is mien zelfs bij teijen zwarter as zwart."

Een hooge kleur schoot plotseling, als een gloed van vuur, over Rozeke's ingevallen wangen en met een uitdrukking van schrik in de oogen staarde zij haar vriendin strak aan. "Joa 't," zuchtte zij dof. De barones had een gebaar van verontwaardiging en opstand. "De schurk! Waarom laat gij u van hem niet scheiden!" riep zij. Rozeke aarzelde, bevend, de oogen vol tranen, niet wetend wat geantwoord.

Haar wenkbrauwen stonden gepijnigd saâmgefronst, haar tanden beten zenuwachtig op haar onderlip en zij voelde zich in 't donker op den drempel een vurige kleur krijgen. "Joa ik, bezinne," klonk Smul's ruwe stem in de duisternis. "Wilt g' hier ne kier komen?" Hij was reeds bij de deur van den paardenstal om te gaan slapen.

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek