Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 oktober 2025
Denk maar eens, hoe de oude vogels Om dat stooren zouden treuren; Zoudt, gij, Mietje lief, niet schreien, Als men u, met Piet en Jetje, Tegen wil en dank vervoerde; Mietje lief, hebt medelijden, Met die oude lieve vogels! Zoek tog nimmer uw genoegen In de droefheid van een ander. Neen, zei Mietje, lieve moeder! Neen dat niet! maar hoorze eens schreeuwen; Ach zij hebben zulken honger!
"Ik ben het rooken buitenslands verleerd," zeide ik, en groette nogmaals het gezelschap. Op de stoep gekomen, hoorde ik Lodewijk overluid zeggen: "Nu ja: geloof maar vrij, Jetje! dat het de zoon van den Heer Huyck zou wezen. 't Is een verkleede fielt, die zien komt of er iets van zijn gading is."
Hij zag wel, dat Jetje weer omkeek en vriendelijk knikte, maar d
Toen ik nog bovendien tot de ontdekking kwam, dat ik, overstuur door den angst, een gevolg van mijn slecht geweten, het verkeerde lekkers had gekozen, en dat Jetje maar drie in plaats van vier centen in haar portemonneetje had, overviel me een diepe weemoed.
De studenten lachten vriendelijk, presenteerden hoffelijk het gekochte, eerst aan Jan en daarna aan den patroon, met de woorden: „Geneert jelui niet; proeft maar eens mee!” en kwamen den volgenden dag terug met de verzekering, dat ze nergens zulke puike, overheerlijke waar konden krijgen en dat ’t hun speet, dat Jetje zoo onzichtbaar bleef.
Voor de deur van den kruidenierswinkel stond een vigilante met een imperiaal er op en vader Bommers was juist gereed, om Jetje in eigen persoon van ’t station te gaan afhalen, toen een welgekleed jongmensch, met een gunstig, deftig, ja! bijna stemmig uiterlijk, zijn winkel binnentrad en beleefd vroeg: „Heb ik ’t genoegen meneer Bommers te zien?” „Om U te dienen.” „U handelt in koloniale waren?”
Nu geef mij maar een zoen, Jetje! wij zullen er niet meer over spreken. Het is eigenlijk de schuld van Lodewijk: die had hier al lang moeten zijn om u af te halen, maar hij heeft zijn tijd met Helding op het biljart verbeuzeld. Kom Lodewijk, geef je nicht een arm." "Neen," zei mijn lieve Flora: "ik weet wel, dat Lodewijk liever alleen loopt.
"Wel dat ware niet onaardig," zeide Suzanna: "ik ben nog wel ouder dan Jetje Blaek, en er is nog nooit een vers ter mijner eere gemaakt. Het wordt hoog tijd, dat ik ook eens uit mijn vergetelheid rake. Ik zou van mijn kant zeer hartelijk wenschen, dat die poëet eens verzocht werd. Ik wilde wel zien, of ik hem niet tot mijn aanbidder maken kon."
»Doraatje, als ik de Koningin goed begrijp, dan is H. M. het blijdst met dat lieve dotje in de wieg en daarna over alle arme menschjes en kindertjes, die van alles krijgen door de geboorte van haar lieverdje!« »Ik begrijp u niet, Mama.« »Vraag dan eens wat Jetje van mijn woorden verstaat,« zegt haar moeder.
"Net alsof het de eerste reis ware, dat Jetje u met een nat pak ziet," zeide Suzanna. Henriëtte glimlachte even: maar haar lach had iets droefgeestigs en de blik, dien zij op mijn zuster wierp, scheen aan deze te verwijten, dat zij in zulk een oogenblik schertsen kon. "Maar lieve Ferdinand!" vervolgde Suzanna, bij wie de spotzucht geen hartelijkheid uitsloot: "gij zult waarlijk ziek worden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek