Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 oktober 2025
Zooveel is zeker, dat, toen ik geheel gekleed en in orde voor den dag kwam en het huis uittrad om de balsemende buitenlucht te genieten, ik mijn zuster reeds kant en klaar vond en druk bezig om een ruiker te maken. "Te deksel!" zeide Suzanna: "dat toilet heeft lang geduurd. Gij ziet er uit, of gij uit een doosje kwaamt. En dat alles ter eere van Jetje Blaek?
Ze zagen de menschen aan de tafeltjes zitten en de wandelaars door de voetpaden slenteren. Hunne eenige vreugde was iets bijzonders te weten over de personen, die hen omringden. »Was dat Hugo Brouwer niet?" vroeg Willemien. »Jawel, die geëngageerd is met Jetje Sandérus!" antwoordde Jans. »Raar, dat zoo'n jongmensch zonder zijn meisje in de tent komt!" fluisterde Kee.
»Als 't kindje een prinsesje is, kan het wel gebeuren,« antwoordde haar vader. »Waarheen wordt de kast verzonden, Jetje? Naar het Loo of naar 't Noord-Einde?« »Sjoerd meldt het niet Papa, maar o, daar staat weer iets heel bijzonders in zijn brief.
"Zoo! komt gij ook uit den hoek?" zeide Suzanna: "neen! dan is het geen gelijke partij meer! want of ik Jetje al te hulp roep, die weet ik te voren, dat mij altijd afvalt." "Die overtuiging bewijst niet veel voor de deugdzaamheid van uwe zaak," zeide Henriëtte. "Zeer nederig aangemerkt," zeide Suzanna.
Bommers was zoo dom niet als hij er wel uitzag en keek scherper dan men van zijn kippigheid zou hebben durven verwachten. Glimlachend, neen! grinnikend, zag hij op den middag dat hij Jetje uitliet, toen zij met Jan den knecht, die haar koffertje bracht, naar ’t station ging, hoe Herman Stam zijn krullebol uit ’t venster stak en met groote verwonderde oogen ’t meisje naziende, zuchtend uitriep: „Dag Jet
"Wat een héérlijke, roode appeltjes", riep het kleine teere Jetje opgetogen uit. "Ik heb wel geld in mijn portemonneetje, vier centen. Maar we mogen niet meer koopen, hè Eetje? Van onzen lieven Heer niet," lispelde het kleine slangetje schuchter en verleidelijk...... Niet koopen, maar wel borgen flitste plots door mijn brein, en als een ware Eva bezweek ik.
Ik heb al aan Jetje Blaek geraden, haar koffertje na te kijken, om te zien of gij haar niets ontstolen hebt. Nu! op haar hart zult gij wel alle aanspraak verbeuren, zoo gij er dergelijke kennissen op nahoudt.
Juist op dat oogenblik vernam men op straat een luid gejoel en gedruisch: een open kales, waarin vier studenten waren gezeten, hield stil voor den kruidenierswinkel; een der studenten, die een reusachtigen bouquet in de hand hield, sprong nog voordat het rijtuig geheel stilstond er uit, en opende het portier van de vigilante, die met Jan op den bok en Jetje binnenin er achter reed.
»Foei, Gustaaf, wees zoo flauw niet om met de kleintjes meê te doen; ik heb gezegd: ik zal er je #wat# uit voorlezen.« »Dat is waar jongens, laat Jetje nu met rust;« zei mijnheer, want Jan en Louis trachtten zich van Jets brief meester te maken. »O, de kast is klaar en net als Gladschaaf vertelde, ze is een pronkstuk van houtsnijkunst.
"Dat geloof ik niet," antwoordde Tante: "het is echter mogelijk; want toen ik met uw oom Van Bempden trouwde, was zij reeds op Heizicht; maar hoe vraagt gij dat zoo?" Daar zat ik vast. "Och! dat weet ik zelf niet," zeide ik: "daar lag mij iets in 't hoofd, betreffende die Reefzeils." "De moeder van Jetje was een Reefzeil," zeide Tante: "was het dat, wat gij meendet?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek