Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Zoo hebben dan de hemelteekenen ons niet bedrogen, riep hij jammerend uit; de zon is verduisterd geweest, licht en leven dreigden ons te begeven, de vogelen zwegen, de bloemen sloten hare kelken; want onze Mimosa was weg en alles had zijn glans van schoonheid verloren.
Elf vlogen links en elf rechts, en ze deden hun best om op gelijken afstand van elkaar te blijven, zooals ook de groote deden. Die arme jonge dingen hadden nog nooit een lange reis gedaan, en in 't begin hadden ze moeite om meê te komen in die snelle vaart. "Akka van Kebnekaise! Akka van Kebnekaise!" riepen ze jammerend. "Wat is er?" vroeg de leidstergans.
Jammerend en de handen wringend van wroeging en smart verliet Brangwaine de tent. Tevergeefs zon zij op middelen, om de dreigende ramp te voorkomen, de liefdesdrank had zijne uitwerking niet gemist.
De regen moest goede soep zijn, de hagelsteenen erwten en de sneeuw stoverije; dat zou den armen pelgrims versterking geven. Katelijne schudde zwijgend het hoofd. Maar, moet gij daar zoo jammerend zitten? zei Klaas. Wat scheelt er aan? Toen sprak Katelijne met eene stem, zacht als een ademtocht: De booze geest, de zwarte nacht valt neer.
Zoo stond hij langer met opgeheven spade dan strikt noodzakelijk was. "Piero!" klonk het toen luid jammerend. "Piero, Piero!" "Mijn God, Marcia roept mij," zei hij. Op hetzelfde oogenblik stormde een schaar menschen uit een kleine hut, die gebouwd was tusschen de puinhoopen van het palazzo Corvaja. Het waren ongeveer tien vrouwen, die met een karabinier vochten.
De beide doodgravers van het kerkhof der Heilige Apostelen zijn het, die de bloeiende vrouw van den raadsheer in den namiddag begraven hebben. Zij sloten het deksel, en terwijl de ridder zich jammerend over de innig geliefde gade heenboog, hingen de begeerige blikken der beide mannen aan de schitterende kettingen en kostbare ringen, die de doode versierden.
Laat mij los, sprak Lamme, en nijp mij niet meer. En op droeven toon ging hij voort: Uilenspiegel, mijn vriend, waar zijt gij? Kom uwen gezel toch ter hulp. Maar de vrouwen sarden hem meer en meer. Ik ga dadelijk heen, als gij mij niet gerust laat. Gij zult niet vertrekken, zeiden zij. Uilenspiegel, ging Lamme jammerend voort, waar zijt gij dan toch?
Evenwel komt een oogenblik, dat de rukwind deze zestig voet lange ra als een stroohalm breekt, dat de storm dezen vierhonderd voet hoogen mast als een riet buigt; dat dit anker 't welk tien duizend pond weegt, in den muil der baren gekromd wordt als de vischangel in de kieuwen van een snoek; dat deze monsterachtige kanonnen een jammerend maar vruchteloos gebrul slaken, 't welk de orkaan in de lucht en den nacht wegvoert; dat al deze macht, al deze majesteit in een hoogere macht en majesteit verdwijnen.
Vervolgens jammerend: Ziet gij niet door welke wreede smerten ik beproef, vergiffenis mijner zonden te bekomen? Zoudt gij de bijtende pijn dier geeseling niet lenigen, die tot bloedens toe mijnen rug kwetst? Wat is dat voor een zot? vroegen de soldaten.
Klaagt, al wie mint, nu ge Amor zelf hoort klagen, Vernemend zijner diepe droefnis reên: Veel vrouwen zag hij jammerend bijeen, Wier bitter leed erbarmen scheen te vragen, Omdat de lage Dood wreed heeft verslagen Een edel hart, vol zoete lieflijkheên, Verwoestend wat het meest, na de eer, in een Minlijke maagd der wereld moet behagen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek