Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


Esther, Jaantje, Flippie en Bekkie zaten om de tafel, spelend met een bordpapieren prent, die Jaantje in een vuilnisbak had gevonden. Ze leien daar afgebrande lucifer-stompjes op, zeien telrijmpjes. Mijntje was bezig met 't eten, Meijer juist thuisgekomen met groene, geelbultige augurken, stond stil in den hoek bij de dof-roode, weeke, paars-sop plassende kolen.

"En jij, Jaantje, neen, ik en wil je niet meer voor den gek houden; want je hebt verleden met die Rôorokken gevochten als een leeuw; Adriaan dus, wat zeg-je?" "Houw en trouw in nood en dood!" De stem was nauwelijks hoorbaar; maar toch was het: "Houw en trouw in nood en dood!" Miskend en Erkend.

Toen is hij aan boord gekomen en bracht een hart mede daar staal en vuur in zat!" "Je sprak wel eens met hem, is 't niet?" "Jawel, Ammiraal!" "En nooit iets opgemerkt?" "Nee, Ammiraal, en ja, toch wel wat!" "Nu, wat dan?" "Dat hij zulk eene fijne stem heeft en geen baard kan krijgen!" "Ei-ei!" "Ja, en daarom noemden wij hem wel eens uit gekheid: "Jaantje" of "Adriana"!"

Nou, terwijl de wind langs de hoeken van 't huis gier-suisde, voelden ze 'n vreemden drang bij mekaar te kruipen. "Zal 'k 't vader gaan vrage?" "Natuurlijk", zei Essie. "En mag Joozep meekomme?" "Nou nee! Mot Joozep dan niet ete, nar van 'n meid!", schreeuwde Suikerpeer. De kamer pufte van 't rumoer. Esther, Meijer, Jaantje, Flippie en Bekkie, de kindren, praatten en kibbelden.

Reeds bij zijn eerste intrede in Stralings huis, in ’t prilste van zijn jeugd, had hij daarvan de doorslaandste bewijzen gegeven, door woedend blaffend en keffend op de vetleeren laarzen van denfinaal-vrijen dragonderaan te vliegen en daardoor Jaantje de wreedaardige uitnoodiging op de lippen te leggen: „Geef hem ’n doodschop, Tienus!”

Tromp aan! Komt, kinderen, nou naar huis!" "Langzaam gaat zeker, grootvader! Niet te wild! Je zal er wel komen!" zegt de vrouw. "Ja, Jaantje, kind, ik heb mijne tanden overleefd, hoor! Maar, dat is niemendal! Een mensch moet toch eens oud worden en...." "Stil, grootvader, niet zulke praat! Je kan nog lang genoeg leven.

Niet zonder een vrij luid protest, had de kraakzindelijke Jaantjeden leelijken straathondopgenomen, met een ouden lap zoo goed mogelijk afgedroogd en in een mandje gelegd, met het vaste voornemen, om hem den volgenden ochtend weer weg te jagen. Maar ’t zou heel anders gebeuren, dan zij zich voorstelde.

Waarom niet; wat maalde Jaantje om 'en riksdaalder; ze zag immers wel dat ze hier voor 't opscheppen waren." 't Was zonderling, zoo aanstonds heeft Eva aan rijtuig en livrei gedacht, en zie daar staat het nu werkelijk voor de deur. 't Moet van een der buitenplaatsen zijn; een licht gentil rijtuigje, heerlijk! ! zulk een elegant wagentje met zoo'n paar ranke paarden....! Al mettertijd; wie weet!

Thans wist hij wie dat meisje was en naar het blozende Jaantje, die haar geheim door hare moeder zoo eensklaps verraden zag, gaande, sprak de flinke knaap: "Oude makker, nou ken ik je! Nou weet ik wie je ben! Moeder Lanoy, je dochter is eene heldin!" "Ja, jongen, daaraf heeft ze ook mooie brieven! Jaantje, kind, haal die pampieren ereis!" "Welke brieven zijn dat?" vroeg Huib.

Terwijl de reiziger straks, op iets gemeenzamer toon, de dienstmaagden binnen de strijkkamer tot de bewondering van zijn goederen en stalen dwingt, doet hij met de verzekering, dat mevrouw het over de dienstboden geheel met hem eens was namelijk "dat een meid niet beter haar fatsoen en eer kan ophouden dan door zich wat degelijk en netjes te kleeden" Kaatje besluiten om "dan maar zoo'n fijne lakensche met al die gitten te nemen wel ja, ze vroeg toch om opslag als ie 'en graaf was, en Jaantje de keukenmeid, om er nog bovendien zoo'n "tierlantijn in de lendens op te hangen.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek