Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
„Jelui bent nog precies een paar geëngageerde lui: dat koekeloert en kirt me waarachtig als een paar duiven” zei oom Harmsen eens op een dag, dat hij de Stralings bezocht en ’t echtpaar met een breeden genoeglijken glimlach aanzag. Zijn gebruind en verweerd zeemansgelaat nam een buitengewoon zonderlinge uitdrukking aan, een uitdrukking half weemoedig, half comisch, toen hij er ernstig bijvoegde: „’k Heb van mijn Jans
Dit was ook in Stralings huis gebeurd; bijna een jaar geleden was in het model-huishouden een kleine tiran binnengekomen en wel in de gedaante van een leelijken, grauwig gelen bastaard-smoushond.
Langzamerhand verloor hij iets van zijn nestharen en onzindelijke manieren, en nadat hij, drie maanden na zijn opneming bij ’t kinderlooze echtpaar, de kunstbewerking van „’t half geschoren worden” had ondergaan, was hij in zooverre een presentabele hond geworden, dat hij op een Zondagmiddag na ’t dessert aan oom Harmsen, die bij de Stralings had gedineerd, kon worden voorgesteld.
’t Was stil in Stralings woning; ’t had er iets van alsof er een doode in huis was,
Aan oom Harmsen, die toevallig in die dagen van beproeving bij de Stralings was komen aanwippen, werd
Bijou was reeds eenige weken vóórdat de ooievaar op Stralings dak neerstreek, naar het sousterrain verbannen; zijn rijk in salon en huiskamer was uit en de liefkoozingen, die in vroegere, betere tijden met zoo kwistige hand aan hem werden verspild, bepaalden zich sedert lang reeds tot niet meer dan een gedachteloos aaien, een strijken over zijn kop of rug, als had de hand, die het deed, slechts werktuiglijk een oude gewoonte gevolgd.
Opvoeding had hij hoegenaamd niet genoten en van zindelijkheid nog niet het minste besef, zoodat hij een voortdurende ergernis bleef in Jaantjes oogen. De eerbare keukenmeid was dan ook, van af het oogenblik zijner komst in Stralings woning, zijn gezworen vijandin, vooral ook omdat Mevrouw zich niet ontzag, de reinheidsovertredingen van Bijou op rekening van Jaantjes nalatigheid te schuiven.
In Stralings huis was plotseling een waas van rustig, vredig geluk verspreid geworden; ’t hing warm en bedwelmend in de vertrekken, waar ’t de sprekenden noopte hun stemmen te dempen, en ’t hield den al te snellen voet in gang en portalen terug, opdat geen onnoodig gedruisch de kalmte mocht verstoren.
Ze overlegden, dat ’t best zou kunnen gebeuren, dat hun lieveling nogmaals voor de verleiding bezweek; daarom namen ze voorloopig een afwachtende houding aan en duldden hem nu dáár, waar hij vroeger werd vergood en vertroeteld. Arme Bijou! Beklagenswaardig slachtoffer van „de liefde.” Ongeveer een jaar later was in Stralings huis een groote verandering ophanden.
Reeds bij zijn eerste intrede in Stralings huis, in ’t prilste van zijn jeugd, had hij daarvan de doorslaandste bewijzen gegeven, door woedend blaffend en keffend op de vetleeren laarzen van den „finaal-vrijen dragonder” aan te vliegen en daardoor Jaantje de wreedaardige uitnoodiging op de lippen te leggen: „Geef hem ’n doodschop, Tienus!”
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek