Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
En meteen dacht Elizabeth hoe zij zelf in dit oogenblik een stervenden Adonis in haar armen hield. De lift daalde; de liftboy wierp 't ijzeren hek open, de inzittenden traden naar buiten, maakten plaats voor Elizabeth en voor een spichtige, dorre Engelsche juffrouw met een keffend schoothondje.
En 'n hond, in een van de tuinen, blafte jenkerig-driftig, eindeloos van aanslag, snel keffend en weer in galmhuiling het nachtzwart bekrassend.
Gretig hapten en snapten zij naar de groote stukken rauw vleesch, die de knechten hun vóórhielden en trachtten elkander de lekkerste beten afhandig te maken. Hun keffend geblaf vervulde de lucht en gulzig slokten zij het eten naar binnen. Hoe de graaf met zijne ridders op de hertenjacht ging.
Uilenspiegel vroeg wat hij zeggen wilde. De baas antwoordde, dat hij het ongelukkiglijk maar al te gauw zou weten. En Uilenspiegel liep voort. Toen hij Damme binnen kwam, liepen de honden die op de zullen der deuren zaten, hem keffend en blaffend achterna. Op dat gerucht kwamen de vrouwen buiten en allen vroegen hem te gelijk: Van waar komt gij? Hebt gij nieuws van uwen ongelukkigen vader?
Laten we liever eerst het dorp doorwandelen en zien of er ergens een herberg te vinden is. Dat keffend hondegoed zal ons spoedig op de hielen zitten, ze komen al nader en nader. Daar staat een kar vol stroo als we daar eens inkropen tot den morgen we kunnen er ons in elk geval in verwarmen." "Ja," antwoordde Gascoigne, "en veel beter slapen dan in een van de schamele woningen.
Het dier sprong van rechts naar links en van links naar rechts happend, grommend en keffend; de man sloeg en stompte, raasde en vloekte, en de strijd dreigde juist noodlottig te worden voor den een of den ander, toen de deur plotseling openging en de hond ontsnapte, Bill Sikes achterlatend met de pook en het knipmes in de hand.
Reeds bij zijn eerste intrede in Stralings huis, in ’t prilste van zijn jeugd, had hij daarvan de doorslaandste bewijzen gegeven, door woedend blaffend en keffend op de vetleeren laarzen van den „finaal-vrijen dragonder” aan te vliegen en daardoor Jaantje de wreedaardige uitnoodiging op de lippen te leggen: „Geef hem ’n doodschop, Tienus!”
Zij keerden langs den dijk, over de bruggen, in het tierig havenleven der stad weer, namen afscheid aan de halfdeur. Snepvangers vond het keffend spitsken alleen thuis. Hij lei zijn vischtuig neer en met het mandje waarin zijn vangst geborgen zat trok hij naar de Torfbrug, want hij veronderstelde dat zijn wederhelft bij Marieken op bezoek was. In den winkel stond de knecht achter den toog.
Zij kent hare vervolgers en ijlt, terwijl zij hare veerkrachtige pooten met de grootst mogelijke snelheid beweegt, door de steppe. De troep stormt haar na, keffend, huilend, jankend, en op een onbeschrijfelijke wijze luidruchtig; men zou dit geluid een juichtoon kunnen noemen, want het klinkt als een klok.
Jankend, huilend, knorrend, keffend, tandenknarsend renden zij, elkander af en toe op oorvegen onthalend, de kooi rond, alsof zij dol en van zinnen waren; begeerig keken zij naar het vleesch, wentelden zich, als de oppasser het hun niet oogenblikkelijk toereikte, als 't ware vol wanhoop over den grond, schoten, zoodra het stuk hun toegeworpen werd, er gretig op af, en kauwden nu, terwijl zij druk smakten, knorden en bliezen, zoo ijverig, slokten en verzwolgen zoo gulzig, dat men er niet aan kan twijfelen, of de sprookjes van de oude schrijvers hebben hun ontstaan en in zekeren zin hun rechtvaardiging gevonden in het waarnemen van het gedrag van zulke gevangene Veelvraten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek