United States or Belarus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Doch, wát hij ook smeeken moge, er is geen genade voor de burgers die zich verzetten. Helaas! het zal Antoine niet meer baten of hij smeekt en klaagt en dreigt en vloekt, en tandenknarsend zich verweert, terwijl hij nu men hem terdege bindt tevens gedurig met wanhopigen blik naar zijn engel, zijn dierbare Virginie blijft omzien. En zij! O God, kan ze hier in deze kamer werkeloos blijven!

En zoo wij al te midden der duisternissen wilden smeeken, ons overgeven aan het gebed, welk oor zou ons hooren? Of zelfs zoo wij uitbraken in Godslasteringen, op welk hoofd zouden zij neerkomen? Of indien wij tandenknarsend, in woede de vuist zouden heffen, welken nek zou zij treffen? De Chaos, de wind, zij zouden het alles meevoeren zonder een spoor achter te laten.

»Zij is zeer snel," zeide hij, »ik betwijfel het of wij haar wel zullen kunnen inhalen." »Wij =moeten= haar inhalen!" riep Holmes tandenknarsend. »Werp de ovens vol, stokers! Laat haar doen =al= wat zij kan! Al moet de boot verbranden, wij =moeten= hen hebben!" Wij waren een heel eind achter. De ovens snorden, en cylinders suisden en klopten als een reusachtig metalen hart.

Jankend, huilend, knorrend, keffend, tandenknarsend renden zij, elkander af en toe op oorvegen onthalend, de kooi rond, alsof zij dol en van zinnen waren; begeerig keken zij naar het vleesch, wentelden zich, als de oppasser het hun niet oogenblikkelijk toereikte, als 't ware vol wanhoop over den grond, schoten, zoodra het stuk hun toegeworpen werd, er gretig op af, en kauwden nu, terwijl zij druk smakten, knorden en bliezen, zoo ijverig, slokten en verzwolgen zoo gulzig, dat men er niet aan kan twijfelen, of de sprookjes van de oude schrijvers hebben hun ontstaan en in zekeren zin hun rechtvaardiging gevonden in het waarnemen van het gedrag van zulke gevangene Veelvraten.

Maar even als een schaduwbeeld, Dat vluchtig wegdrijft voor de winden, Zoo moest al spoedig hun genot, Hun zoete mijmerij verzwinden. Zijn zuster, 't vloekbaar beeld des Nijds, Wien Cerberus aan d' afgrond teelde, Nam tandenknarsend list bij list Te baat tot storing hunner weelde. De vader maar wat woekeraar Kan deernis of gevoel bevatten?

Dit gezegd hebbende draaide hij zich om en verwijderde zich. "Dat iemand zoo iets durft tegen mij!" mompelde de roodbaard tandenknarsend. "En dat ik dat zoo maar voor zoete koek moet opeten!" "Waarom zijt gij zoo gek, dat gij het verdraagt?" merkte een zijner volgelingen lachend op. "Ik zou dien leeren zak geantwoord hebben met mijn vuist." "En van een koude kermis thuisgekomen zijn!" "Pshaw!

Wij morden hevig en wilden vooruit; maar onze officieren smeekten ons, dat wij toch niets zonder bevel des generaals zouden bestaan, en, dewijl de officiers in ons regiment zoo niet ontzien, echter meestal bemind werden, bleven wij, tandenknarsend van ongeduld, in onze rangen staan.

"Omdat een man van karakter zulke dingen liever in zijn binnenste begraaft dan ze aan de groote klok te hangen. Ik moet er nu nog maar één van hebben, den laatste, die mij ontsnapt is: dat is de eenige van de bende die overgebleven is, en juist de allerslechtste!" De oude man vertelde dat tandenknarsend, langzaam, als wilde hij nadruk leggen op ieder woord.