United States or Fiji ? Vote for the TOP Country of the Week !


De uitspraak van het noodlot was onherroepelijk. Een gerucht leidde een oogenblik de algemeene aandacht af. Er werd namelijk verteld, dat de woekeraar Sandgoïst er toe overgegaan was Drammen te verlaten, en zelfs beweerden ettelijken der aanwezigen hem in de straten van Christiania gezien en ontmoet te hebben. Zou hij het dan toch gewaagd hebben, hierheen te komen?

"Mijn waarde Descomulgado," zei hij tot den woekeraar, "ik bedenk daar iets, namelijk dat ik een groote dwaas ben. Ik leen slechts zooveel als noodig is om mijn schuld af te doen, zonder eraan te denken dat ik dan geen cent overhoud en ik zal je dus morgen weer een bezoek moeten brengen.

Herinnert gij u den zieken jager niet, dien uw schoone dochter Rebekka te York uit de gevangenis vrijkocht, en in huis hield, totdat hij hersteld was, en dien gij toen heenzondt, met een stuk geld; hoe groot een woekeraar gij ook zijt, gij hebt nooit geld op betere renten uitgezet dan dat kleine zilverstuk; want het heeft u heden vijfhonderd kronen bespaard."

Immers, de tijd is zoowel een woekeraar ten goede als ten kwade! Aan de achting van het algemeen, aan het vertrouwen, dat de naam des handelaars van beurs tot beurs wint, paart zich het bewustzijn van een welbesteed leven; het besef, in zijnen kring geluk te hebben verspreid, in zijnen stand bij te hebben gedragen tot den vooruitgang van zijn Volk, van zijne Eeuw misschien!

En wat mijn geweten betreft, een man, die driehonderd Saracenen verslagen heeft, behoeft niet iederen misstap op te rekenen, evenals een dorpsmeisje bij haar biecht op den Goeden Vrijdag." "Gij kent het best uwe eigene voorrechten," hervatte De Bracy. "Ik had echter willen zweren, dat gij meer gedacht hadt om de geldzakken van den ouden woekeraar, dan om de zwarte oogen zijner dochter."

Wat daar op lag was de oogst van zóo en zóo veel kleine boeren, de dubbele en driedubbele waarde van het "voorschot" dat de woekeraar hun aanbood, drie maanden geleden, toen zij geld noodig hadden voor de belasting, voor zaai-rijst, voor den slamettan ter wijding van het werkbegin, voor de afdoening van schuld van verleden jaar, voor de honderd en een dingen waarvoor een Javaan altijd in geldnood zit.

De kat houdt zich schuil en de oude woekeraar mompelt in zichzelf, terwijl hij zich weer aan tafel zet en een paar overgebleven broodkruimels met de toppen der vingers opneemt en in den mond steekt: "'k Lust'm beter dan hij." Een hevig gestommel op de trap, die onmiddellijk aan zijn kamertje grenst, doet hem opschrikken.

Maar wat er thans aan te doen? Gedane zaken hebben geen keer in dit ondermaansche. Sandgoïst was bezitter van het bewuste loterijbriefje. Daarop kon niet meer teruggekomen worden. Het behoorde hem toe; hij zou het den meestbiedende verkoopen; de woekeraar zou munt slaan uit dat hartroerend afscheid door den schipbreukeling aan zijne bruid gericht! Sylvius Hog kon er geen vrede mee hebben!

»En toen die afschuwelijke afzetterij van dien Sandgoïst, van dien woekeraar!" »Inderdaad!" »En toch, volgens mijne meening, mijnheer Hog, heeft Hulda Hansen goedgedaan door dat loterijbriefje tegen het schuldbewijs harer moeder in te wisselen." »Vindt gij?" »Ja, zeker!" »En, waarom dat, mijnheer Benett?"

Geld!" klonk het daarboven gillend. "Hier is de heks met salpeter en zwavel, geld, geld, de heks met den bezem, de vleermuizen en de hagedis! Geld, geld, hi-i-i-i!" "O, geld!" kermde de oude gierigaard, met een wanhopigen blik op zijn schat. "Ook dat nog! Genade, genade!" "Hier is de heks, de heks met den bezem! Wat moet zij maken van den ouden woekeraar? Moet hij eene vleermuis worden, of..."