Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Het kluchtspel vooral was gedurende eeuwen de spiegel van het Nederlandsche volksleven, door een Teniers, Van Ostade, Jan Steen e.a. zoo voortreffelijk op het doek gebracht. Tot het kluchtspel behoort ook het kermistheater. Zie J. van Vloten, Het Nederl. De behandeling der volkswetenschap zal uiteraard heel wat beknopter zijn dan die van de volkskunst.

"Maar," bemerkte Jan Verhelst een weinig verwijtend, "hier galmen de stemmen der vogelen, en te huis kouten, zingen en schreien onze kinderen...." "Dit is altemaal te stil, te stil voor eene arme blinde, die slechts nog leeft door het gehoor!" zuchtte de vrouw. "Wat zoudt gij dan willen, moeder?" "In de stad wonen, Jan, zooals men het u heeft beloofd." "Stel dit toch uit uwe zinnen, moeder.

Daar heb je hem weer met zijn zwemvliezen! zei Cascabel, terwijl hij zijne schouders ophaalde. Dus is het duidelijk, merkte Jan op, dat wij den kant van het Oosten onmogelijk op kunnen. Onmogelijk mijn jongen, ten eenenmale onmogelijk! Maar zouden wij er in westelijke richting niet kunnen komen? In westelijke richting? vroeg Jan verbaasd. Ja zeker!

Wie Wiege-Mie was, wist niemand, maar hoe ze aan dien zonderlingen naam was gekomen, wist de kastelein uit de Roskam het best te verhalen van allen uit het dorp, want deze toch was met Cloas Harmsen en zijne vrouw dikke vrienden geweest, en het heugde hem nog zoogoed als de dag van gisteren, dat Cloas 't was met St.-Jan achttien joaren gewêst 's mergens um zes uur bij hum op den dêl was komme loopen, toen ie net doende was 't kalf te wêteren, en Cloas toen had gezeid: "Wel Teunis, wel jong, nou mot 'k oe wat roars en neis vertellen;" en hoe biester veralterierd Cloas er had uutgezien; en hoe ze toen noar de kleine keuken achter de gelagkoamer woaren gegoan, en Cloas weer was begonnen: "Heur is Teunis, ge bint 'en mins woar 'k op vertrouwen kan, luuster: Van mergen," moar Cloas had noar de deur gekeken of 'r ook iemand stond te luusteren; en toen Teunis had gezeid, dat ie gerust sprêken kon, had Cloas weer 't woord opgevat en gezeid: "Van mergen dan, toen 'k um drie uur 't peerd veur de stutkar had gezet um mest te voaren, en 'k de kar vol had, en 't darp uut ree um 't vrachtje noar de koekamp te brengen toen zag 'k jong, 't was 'en roar gezicht midden ien 't spoor bij de jachtpoal van Reijntjes, e'n kleine iesdere wieg met 'en gruun kleid 'r over heer.

Vóór ons, achter ons en in alle richtingen, antwoordde Sergius. Welnu, dan moeten wij gaan zien of wij Jan en Kayette niet terug kunnen vinden. Laat ons geen oogenblik wachten. Op weg dan maar! hernam Sergius. Cornelia en Napoleona wilden evenmin in de Schoone Zwerfster achterblijven.

Maar op den muur tegenover den ingang is een mooie fresco te zien van Jan van Bourgondië, gedagteekend 1514. De schildering stelt voor de episoden der ontscheping van het spaansche leger onder aanvoering van den grooten kardinaal vóór de stad Oran, en beslaat drie prachtig bewaarde groote schilderijen.

In weerwil echter van deze keizerlijke afkeuring, bleven de korte mantels in zwang tot den tijd waarvan wij spreken, en bijzonder onder de Vorsten uit het huis van Anjou. Ze waren dus algemeen in gebruik onder de hovelingen van Prins Jan; en de lange mantel der Saksers werd bijgevolg door hen bespot. De gasten zaten aan eene tafel, die bijna boog onder de menigte der lekkernijen.

Een vrouw is by u een vrouw loop, gy zyt myn gebabbel niet waardig. Zoudt gy niet zeggen, dat ik al een gansch karel ben, als gy my zo hoort snoeven en pochen? Waarlyk, ik bemin haar; dat is al de zwarigheid; en nooit verlaat ik het Wicht, of ik ben razent zot naar haar; en wat denkt gy? Ik heb nog nooit haar hand gekuscht; 't is waaragtig, Jan.

Bij de voornoemde afstammelingen van den beroemden man is zijne nagedachtenis nog in eere: behalve een exemplaar van het Meerboek en van de kleine Kronijk, zijn aan mij, namens den voornoemden Heer Jan C. Honig, door bemiddeling van den Heer van Gilse, ter hand gesteld: . Het origineele Octrooi van den jare 1605. De bovenvermelde, met de pen vervaardigde, eigenhandige teekening.

En als die walmkes verminderden en achterbleven en 't laatste met een blaas als een uitsproeiend aschfonteintje door den bak opvloog, zei Odo, alsof hij met alle geduld naar 't einde gewacht had: Jan, doe dan Baai gereed, smeer zijne hoeven en leg hem den zadel op.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek