Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Nog vonden wij als Kapiteins van het Friesche Collegie genoemd: Reinier Sickema of Sekema, Andries Douwes, Andriaan Hens Kleintje, Jan Jans Vijselaar, Jacob Binckes, Pieter Feijkes Eijkema, Wijtze Beijma, Yde Hijlkes Kolaart, wiens schip Westergoo in 1672 verbrandde; Hendrik Jans Camp, van wien de Jonge, II a 78, een dapper bedrijf vermeldt, enz.
Zij telden nauwelijks zestien jaar en Jan hoedde de zwijnen zijns meesters, terwijl Klaas arbeidde aan den heirweg, dien de heer deed leggen van af zijn slot, over de heuvels, naar eene naburige heerlijkheid, erfdeel van zijne vrouw. Beide jongelingen leidden een hoogst ellendig leven.
De Raadpensionaris Jan de Witt behoorde ook onder hen, die slapen kunnen zoodra zij 't oorkussen ruiken. Hij placht te zeggen, dat iemand, die vele en gewichtige zaken in 't hoofd heeft, die moet kunnen ter zijde stellen zoodra hij zich te bedde bevindt: een raad, die uitmuntend is, doch dien iedereen niet even bekwaam is te volgen.
Een pak slaag verdiende hij af en toe, maar hij nam dat al lachende aan, want de klappen kwamen zelden hard aan en waren nooit valsch gemeend. Wij hebben reeds gezegd dat de oudste van Cascabel's kinderen Jan heette.
Ge hoort niets meer dan het gekabbel van het beekje en het ruischen van den nachtwind in het loover der struiken het visioen is voorbij. Maar 't was geen visioen. De man met dat ijzeren gelaat was de Kommandant, en die grijsaard op den witten schimmel de oude Kloppers, en zijn zoon Jan hield den vlaggestok omklemd met zijn sterke vuist.
"Als gij uw Jan," zei de andre, "'t gevaar zoo zaagt tergen Als mijn Jan, dan zoudt ge niet zeggen: Jan steek! Dan zoudt ge geen zekeren dood voor hem vergen." En het roepen der landlieden: "Alarm slaat nu 't doffe gerommel der trom, Verspreidt de verwondering door de gehuchten, Die allen in roer zijn: het klokkengebrom Doet ijslijk de loopende landlieden zuchten.
De timmerman was juist met zijn zoon van Hondsholredijk thuis gekomen en, toen de pruikenmaker geëindigd had, riep hij Frans, die hem alles bekende en Jan IJzer noemde als dengeen, die hen beiden tot het verzuimen der kerk verleid had. Balkenende bedankte Dirksz voor diens mededeeling en beloofde, de zaak ten strengste te straffen.
Maar je weet toch wel wat hier een paar maanden geleden met Nagel gebeurd is?" "Wat dan?" "Je moet weten: Gijs Nagel was hier nachtwacht, een goed vriend van Jakob Baas, de broer van mijn zwager Jan. Allebei hadden ze een heele troep gemeen voor 't huis. Bij Jakob was de dienst pas begonnen of de burgemeester aan 't hoofd van een troep soldaten drong naar binnen en joeg de gemeente uiteen.
Wanneer zij beiden de kamer en het huis van Nieuwland verlaten hadden, spraken de overblijvende personen nog lang over dit onverwacht bezoek. De twee Dekens in de straat zijnde, begon Deconinck: "Meester Jan, gij weet dat de Leeuw van Vlaanderen altijd de vriend des volks geweest is, diensvolgens is het onze plicht zijn dochter als een heiligdom te bewaken."
Onderwijl vervulden zij de lucht met verwarde angstgillen en liefdekreten, waaruit niets duidelijks dan hunne doodelijke verschriktheid te verstaan was. Tranen regenden op de baan. Na de veelmaals gewisselde zoenen en na de eerste uitstorting hunner smart poogde Jan Verhelst met geveinsde overtuiging hen te doen erkennen, dat zij ten onrechte zoo uitermate vervaard en bedrukt waren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek