United States or Armenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wie verrukt Die vruchten plukt, Die wordt, rijk en begenadigd, Eeuwiglijk verzadigd! Op den Berg der Vreugde, Rijker dan U heugde, Vol der heerschappij, Vol der zaligheden, Zit Ge, in 't Eeuwig Eden, Aan des Vaders zij'! 's Vaders Zoon! Dat is Uw throon: Gods paleizen zijn Uw woning, Groote Hemelkoning! Sevenaer 1836.

En een betooverd Scaec zweefde wel nog de lucht door, maar bleef onvindbaar, ongrijpbaar, die vogel, die vlinder... Met huiver van eerbied heugde Gawein zich door zijn stil liefdegeluk heen de stem van den Koning Artur, zoo als die uit Merlijns rood gouden trompet had geklonken, booze en verstoord, omdat Gawein lauw was gebleken in de queste naar het Scaec.

De heer de Stuwen had, zoolang het haar heugde, iets hulpbehoevends over zich gehad, hij was nooit graâg alleen, hij had een alles beheerschende behoefte aan gezelschap, aan weinig, stil, hem toegedaan gezelschap. Hij had ook iets vreesachtigs in zijn natuur; voor een kleine ongesteldheid was hij bang als-of 'r een zware ziekte was.

O, hoe heugde het Floris nog, hoe elken avond de bijbel uit zijn donkeren schuilhoek te voorschijn werd gehaald, en zijn Vader, na deuren en ramen gesloten en gegrendeld te hebben, met plechtige stem uit het gewijde boek de schoone hoofdstukken voorlas aan de huisgenooten.

Van alle zijden trok hij krijgsbenden samen en de oude Spaansche soldaten, wien de rijke buit nog heugde, vroeger door hen in de Nederlanden gemaakt, snelden vol blijdschap toe, om zich onder zijne banieren te scharen en voor hunne verdrijving uit het land bloedige wraak te nemen.

Maar hij zal het nooit zeggen, de man, de ridder, de ridder-van-aventure, die nooit vreesde van Aventure en van Wonder; hij zal het nooit zeggen maar de vinders zeggen het later, de vinders, die de jeesten boeken van heldenfeit en van liefde en ze dan voor zingen bij het begeleidende spel der veêlers, in de lange avonden, des winters vooral, aan de ooren der ontroerde vrouwen... En der ontroerde mannen ook, maar die zeggen en toonen hunne ontroering niet... Zeker, de ridders sterven van liefde soms... Gawein wist niet dadelijk welke ridders reeds van liefde waren gestorven; hij heugde het zich niet uit de jeesten, was ze zeker vergeten maar zeker, er waren er, die van liefde waren gestorven... Niet op hun bedde, als de bleeke jonkvers, maar op het slagveld en in de battalgiën, als de helden, sterk van arm nog en onweêrstaanbaar van zwaardzwaai tot het einde toe, maar met de barst in het hart, waaruit bloedde het leven, te gelijk, dat het bloed uit de wonde bloedde...

Het heugde hem niet ooit zoo geweest te zijn.... Want wel veel smart..., en wel 't ellendig einde van kracht en geduld, de geestelijke moeheid ... niet dit opstaan tegen het fatum, niet dit woedend rukken aan de ketenen van zijn lot wist hij doorleefd te hebben. Dit voelen: slaaf, een makke, slappe slaaf te moeten zijn, ondanks zijn moed en kracht, de schijn-volkomen vrijheid van zijn wil!

Is dit niet droevig, en zeer beklagelijk, dat men in het midden van ons vaderland dit groote verderf moet zien en lijden, hetwelk men, menschelijker wijze, met Gods hulp wel beschutten kan? Nog daarenboven verhaalden zij mij, dat zij een' oud man gekend hadden, wien het heugde, dat de Zuid-Vennep wel dertig morgen lands groot was, waar nu niet één voetstap van te vinden is.

En middelerwijl was reeds de winter gekomen, een winter, zoo streng, als niemand heugde. Wie niet geregeld door stookte, zat te rillen in zijn kamer. »Arme soldaten, daar in dat barre Polen!" zei de barbier, toen hij op een morgen bij mijnheer Vermaat binnenkwam. Het was de 22ste December, twee dagen nadat Napoleon als een geslagen vluchteling in de Fransche hoofdstad was teruggekeerd.

Stadler evenwel raadde hem aan om zich niet met die afleidingen te vermoeijen, want dat zoo lang hem en zelfs zijn vader, die ook gids geweest was, heugde, de berg nooit een anderen naam dan Rigi had gedragen. Het weêr hield zich beter dan men gedacht had, en zonder tegenspoed bereikte men das untere Dächli.