United States or American Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar verrees, tot in de laatste jaren der vorige eeuw, een wondervol gebouw, de kathedraal uit de twaalfde eeuw, met haar zware vierkante torens, de veertien massieve zuilen die haar schip droegen, haar kapittelzalen, haar sakristie, haar archief, de woningen der kanunniken, al de bijgebouwen en toevoegsels behoorende bij het alles beheerschende heiligdom.

Op de koperen plaat op den deksel staat: Labor vincit omnia. Maar een ander opschrift zou beter gepast hebben. Er had moeten staan: Amor vincit omnia. Ook die oude kist in de kast onder de trap in de kerk is een bewijs voor de almacht der liefde. O Eros, alles beheerschende God! Voorwaar! Gij, o Liefde zijt eeuwig.

Het tijdperk van echte feodaliteit en bloeiend ridderwezen loopt reeds in de dertiende eeuw ten einde; wat daarna komt is de stedelijk-vorstelijke periode der Middeleeuwen, waarin de beheerschende factoren van staat en maatschappij de handelsmacht der burgerijen en de daarop berustende geldmacht der vorsten zijn.

De goede, alles beheerschende luim van den grootvader, gaf den toon aan het feest en ieder stemde zich naar deze schier honderdjarige hartelijkheid. Men danste een weinig, men lachte veel, 't was een prettige bruiloft; men had er den goeden man Voorheen op kunnen noodigen. Hij was er trouwens in den persoon van vader Gillenormand. Eerst was er rumoer, toen stilte. Het huwelijkspaar verdween.

Jacoba's dringende bede aan haar geliefden pleegbroeder, om toch zoo spoedig mogelijk uit Parijs terug te komen, moest een anderen grond gehad hebben dan vrees voor eigen gezondheid. De altijd zich zelf beheerschende, zich zelf verloochenende Coba, hoe! zou ze alleen uit angst voor eigen welzijn, een gelukkig echtpaar, reeds bij hun eerste schreden op het huwelijkspad, den voet hebben dwarsgezet?

De heer de Stuwen had, zoolang het haar heugde, iets hulpbehoevends over zich gehad, hij was nooit graâg alleen, hij had een alles beheerschende behoefte aan gezelschap, aan weinig, stil, hem toegedaan gezelschap. Hij had ook iets vreesachtigs in zijn natuur; voor een kleine ongesteldheid was hij bang als-of 'r een zware ziekte was.

Schijnt het na het bovengezegde, dat men de vereeniging en versterking der Duitschers, als eene voor geheel Europa nuttige gebeurtenis beschouwen mag, zoo mag men uit een ethnographisch gezichtspunt ook op al de ontwikkelingsprocessen, die de meeste hoofdvolken van Europa in den loop der laatste drie of vier eeuwen doorgemaakt hebben, en op de resultaten, welke zij met behulp van het, hun meer en meer beheerschende "nationaliteits-principe," en van het steeds krachtiger geworden streven naar het verkrijgen van "natuurlijke grenzen," met eenige bevrediging terugzien.

Ik heb hier nu twee boeken over kunstenaars voor mij liggen: een van Anna van Gogh Kaulbach, Voor Twee Levens, dat ons een daad laat zien, die, op de boven omschreven wijze, "mooi" gevonden wordt en een van Æg.W. Timmerman, Leo en Gerda, dat ons daden toont, die hinderlijk en ridicuul zijn. Als weerspiegeling van maatschappelijk gebeuren en in den psychischen oorsprong daarvan beschouwd, zal ik nu wel, vermoedelijk, in het voorafgaande over den inhoud van beide voldoende hebben uitgeweid, laat mij dus nu voornamelijk hun waarde als kunstschepping keuren. In Voor twee Levens is in Ada de groote artisten-natuur gebeeld, die, gedwongen door het haar beheerschende Scheppende Vermogen, alle gewoon-menschelijke gevoelens onder den voet loopt. Welnu, ofschoon ernstig in aanmerking nemend, dat niet al het bijwerk even goed gelukt is, dat vooral het boek rustiger had kunnen en moeten geschreven zijn, waardoor, naast de vele uitmuntende beeldende zinnen, enkele cliché-achtige en slordig-globale vermeden waren geworden is en blijft deze arbeid een geslaagd kunstwerk, omdat een uiterst moeilijke taak: het beelden eener zeer zeldzame uitzonderingsfiguur, met behulp van het naturalistische, dramatisch-plastische werk-procédé er uitstekend in is gelukt. Niet genoeg kan ik de doorvoelings- en voorstellingsmacht roemen, waarmede in Ada, als bij stukjes en beetjes, als door een levende mozaïek-van-vele-kleine-handelingen, het bezeten-zijn van den drang tot scheppen wordt gebeeld. Hoe allervoortreffelijkst is, hoe innig heb ik [p.50] genoten van die, door treffende waarheid prachtige, uitbeelding van den angst eens kunstenaars voor storing op dat begenadigde oogenblik, dat de scheppingsdaad zich zal voltrekken.... Hoe leeft men daarin mee ... daar geluiden naderende stappen, daar gaat een stem opklinken ... o, even, éven nog ... breek de nervig-bevende en als zich wanhopig-instr

Het is het laatste oogenblik van den doodstrijd; "maar, heeft een fransch schrijver zoo juist gezegd, men gevoelt dat het de doodstrijd is van een God. Geen spoor van stuiptrekking, geene samentrekking der spieren. De alles beheerschende indruk is die van kalmte en overgave".

Daar verrees, tot in de laatste jaren der vorige eeuw, een wondervol gebouw, de kathedraal uit de twaalfde eeuw, met haar zware vierkante torens, de veertien massieve zuilen die haar schip droegen, haar kapittelzalen, haar sakristie, haar archief, de woningen der kanunniken, al de bijgebouwen en toevoegsels behoorende bij het alles beheerschende heiligdom.