Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Als waarschuwend voorbeeld wijs ik op den zegevierenden terugkeer van Cicero, door Francia Bigio, met allerlei archeologisch bijwerk: eene obelisk, eene zuil met scheepssnebben, het liggende standbeeld van den Tiber, en eene restauratie van het Kapitool.
In de schilderkunst was de natuurafbeelding louter bijwerk, en kon daardoor zuiver en sober blijven.
Dit alles is bijzaak, bijwerk, of ook vrucht der Zending. Het eigenlijke wezen van het werk der Zending is 't niet. De eigenlijke hoofdzaak van 't Zendingswerk is de prediking van het Evangelie des Koninkrijks. Vandaar en daardoor alleen wordt de eenige troost voor leven en sterven onder de volken verkondigd. En wat moet men zich als hoofddoel voorstellen van het Zendingswerk?
Met al zijne verbazende en onnaspeurlijke verscheidenheid heeft de geschiedenis van het menschelijk hart zooveel, dat van algemeenen aard is; er is zooveel in, dat alle menschen met elkander, al is het dan in verschillende maten en schakeeringen, gemeen hebben, dat, hoe verscheiden de vormen en het bijwerk zijn van al die levenstoestanden en gemoedsontwikkelingen, het wezen daarvan voor vele duizenden hetzelfde blijft, en vele duizenden in het leven van éénen trekken uit hun eigen leven terugvinden.
En Prof. Blok spreekt wel van "verschillende" vermogens, maar wanneer het gevolg is, dat de vrouw alleen tot ondergeschikte betrekkingen, tot bijwerk zou moeten komen, dan zijn we toch niet ver af van minderwaardigheid.
Het zijn de détails, die voor den maker louter bijwerk waren, welke hier doen bloeien in zijn stillen schijn het mysterie van het alledaagsche, de onmiddellijke aandoening over het wonder van alle dingen, en dat verbeeld.
Dood-eenvoudig, bijna armelijk is, ontdaan van het poëtisch bijwerk en de gevoels-exaltatie, de theologie van Rousseau. Innerlijk gevoel en geweten zijn de beide vleugels waarop de ziel stijgt tot god, vrijheid en onsterfelijkheid.
Indine deze kapel, door een vroom kunstenaar ter eere van zijnen Verlosser gesticht, eens ware ontdaan van den ombouw en het bijwerk waarmede een latere tijd haar heeft ontsierd, dan zou eerst duidelijk blijken, hoe oorspronkelijk van opvatting dit voortbrengsel van naïve kunst is en welk een bevallige eenvoud vele zijner deelen siert.
"En wat ontbreekt u nu nog, Ned?" vroeg ik den Amerikaan. "Een viervoetig stuk wild, mijnheer Aronnax," antwoordde Ned Land. "Al die duiven dat is maar bijwerk, en een mondterging; ik zal dan ook niet eer tevreden zijn voor ik een beest heb doodgeschoten, waarvan ik karbonade kan eten." "En ik niet, Ned, alvorens ik een paradijsvogel gevangen heb."
Ik heb hier nu twee boeken over kunstenaars voor mij liggen: een van Anna van Gogh Kaulbach, Voor Twee Levens, dat ons een daad laat zien, die, op de boven omschreven wijze, "mooi" gevonden wordt en een van Æg.W. Timmerman, Leo en Gerda, dat ons daden toont, die hinderlijk en ridicuul zijn. Als weerspiegeling van maatschappelijk gebeuren en in den psychischen oorsprong daarvan beschouwd, zal ik nu wel, vermoedelijk, in het voorafgaande over den inhoud van beide voldoende hebben uitgeweid, laat mij dus nu voornamelijk hun waarde als kunstschepping keuren. In Voor twee Levens is in Ada de groote artisten-natuur gebeeld, die, gedwongen door het haar beheerschende Scheppende Vermogen, alle gewoon-menschelijke gevoelens onder den voet loopt. Welnu, ofschoon ernstig in aanmerking nemend, dat niet al het bijwerk even goed gelukt is, dat vooral het boek rustiger had kunnen en moeten geschreven zijn, waardoor, naast de vele uitmuntende beeldende zinnen, enkele cliché-achtige en slordig-globale vermeden waren geworden is en blijft deze arbeid een geslaagd kunstwerk, omdat een uiterst moeilijke taak: het beelden eener zeer zeldzame uitzonderingsfiguur, met behulp van het naturalistische, dramatisch-plastische werk-procédé er uitstekend in is gelukt. Niet genoeg kan ik de doorvoelings- en voorstellingsmacht roemen, waarmede in Ada, als bij stukjes en beetjes, als door een levende mozaïek-van-vele-kleine-handelingen, het bezeten-zijn van den drang tot scheppen wordt gebeeld. Hoe allervoortreffelijkst is, hoe innig heb ik [p.50] genoten van die, door treffende waarheid prachtige, uitbeelding van den angst eens kunstenaars voor storing op dat begenadigde oogenblik, dat de scheppingsdaad zich zal voltrekken.... Hoe leeft men daarin mee ... daar geluiden naderende stappen, daar gaat een stem opklinken ... o, even, éven nog ... breek de nervig-bevende en als zich wanhopig-instr
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek