Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Halef hield zijn pistolen en ik mijn revolver in de hand, vaardig om terstond vuur te geven. Wij konden niet te voorzichtig zijn. Toen het bosch achter ons lag, sloegen wij rechtsaf, naar de grasvelden van de Sletowska, waar het terrein open en vlak was. Dit was wel een omweg, maar wij ontgingen aldus een strijd, waarin wij, zoo al niet gedood, dan toch gewond konden worden.

Ik zal u en uw genooten in de boeien laten sluiten! Houd u bedaard! viel Halef hem in de rede. Indien gij het een ontheiliging noemt, dat gij maar twintig zweepslagen hebt ontvangen, dan zijn wij gaarne bereid die fout onmiddellijk te herstellen. Leg hem maar weer in positie! Neen! neen! schreeuwde de oude schavuit angstig. Ik ga al! Ik ga al!

Met deze woorden pakte ik hem bij den arm en nam hem mede. Halef ging met een fakkel vooruit, de heeren van het gerecht, Osko en Omar, benevens de beide herbergiers volgden, terwijl de anderen achter moesten blijven, omdat het binnenste gedeelte der ruïne geen ruimte bood voor zoovele personen. Toen Halef de klimop op zijde schoof, hoorde ik dat de oude een vloek uitstiet. Wat?

Dat heeft uw Rih mooi gedaan Sihdi! zei Halef, terwijl hij lachende aan kwam rijden. Men zou het voor onmogelijk houden, dat een paard zoo snel kon loopen. Maar wat doen wij nu? Zult gij met dien man spreken? Geen woord, tenzij ik er toe gedwongen word. Maar hij legt het toch, ook nu nog, op ons leven toe! Wij hebben hem gestraft.

Kon een arme kleermaker, een zoo goed paardenkenner, een zoo groot paardenliefhebber zijn? Neen! En zijn begeerte om het paard te bezitten was in hem zoo sterk, dat zijns ondanks zijn blik het verried. Goed gezegd, zeide Halef, met die lofspraak tevreden. Maar wat zegt gij van zijn meester? Hij verdient zulk een paard te bezitten. Hij rijdt goed!

Maar ik verzeker je dat het geen enkel braaf mensch zal schaden als gij het ons zegt. Misschien toch wel! Want wanneer gij het verder vertelt, zou het den Skipetaren ter oore kunnen komen, en zouden deze die brave menschen nog maar vervolgen! Ik zal het aan niemand zeggen! Halef, geef dien ouden man een Bakschisch. De Hadschi haalde de beurs te voorschijn en wierp den ouden man wat in den schoot.

Murad Habulam nam een trotsche overmoedige houding aan, kuchte en begon, zich tot mij wendende: Uw naam is Kara Ben Nemsi? Zoo noemt men mij hier, antwoordde ik. Gij zijt de Heer en Gebieder van dezen Hadschi Halef Omar, die naast u staat? Niet zijn gebieder, maar zijn vriend. Dat komt op hetzelfde neer. Bekent gij, dat hij mij geslagen heeft? Ja. En ook Humun, mijn dienaar? Ja.

Ik zal het hen zóó verzoeken, dat zij zich zullen haasten er aan te voldoen. Klim af, Halef, ik ga uw plaats innemen. Osko bukte weer langzaam tot op den grond. Omar steeg van zijn rug af en daarna sprong Halef van Omar's schouders. Rust nu eerst wat uit, zeide ik, want een inspanning is het toch altijd geweest. Ik ben zwaarder dan Halef en zal langer op u moeten blijven staan, dan hij.

Maar, Halef, ik geloof, ik zie u kauwen. Ik keek hem scherp aan. Hij trok een grappig gezicht en antwoordde: Ik moet wel kauwen, want het stuk was van uw mes in mijn mond gevallen, of dacht gij dat ik het zoo maar zou doorslikken? Neen. Hoe smaakt het? Zoo verbazend lekker, dat ik u wel iets zou willen vragen. Vraag op. Mag ik.... de deur sluiten? Gelooft gij dat men ons zou kunnen overvallen?

Hier hebt gij het, zeide ik. Maar pas op, want ik heb het nog noodig. Hij nam het papier en bekeek het. Ik zag, dat hij verbleekte. Tegelijk hoorde ik een zacht, maar beteekenisvol keelgeschraap van Halef. Er was iets, waarop hij mijn aandacht wilde vestigen. Zonder eenig merkbare beweging keek ik naar zijn kant en hij wenkte mij, dat ik op Suef moest letten.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek