Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Als hij niet komt, zal ik hem halen, zeide Halef en vatte de half geopende deur. Ik hoorde het overhalen van een haan en de woorden: Terug, hond, of ik schiet je neer! Halef trad op zij en deed de deur dicht. Hebt gij het gehoord, Sihdi? vroeg hij, veel meer verwonderd dan verschrikt. Zeer duidelijk, antwoordde ik. Dat was de stem van Barud el Amasat. Dat geloof ik ook.
Nauwelijks had ik Halef gezien en die weinige woorden met Sandar gewisseld, of hij was al bij ons en vloog, als een pijl, door den hollen weg. Houdt hem! Schiet hem van zijn paard! Gauw, gauw! riep Sander, terwijl bij naar zijn geweer greep. Ook Bybar richtte het zijne, trachtte althans het te doen, want de snelheid waarmee het paard voorbij reed, liet er hem geen tijd toe.
Bij den eerste kocht ik een paar lange kousen die tot boven de knie reikten, bij den laatste een bril met blauwe glazen. In een derden winkel kocht ik een groenen tulbanddoek, zooals alleen de afstammelingen van den profeet die mogen dragen, en daarmeê had ik alles wat ik noodig had. Ik was ongeveer een uur weg geweest en toen ik terug kwam, was Halef reeds weder thuis.
Halef's zweep gaf hem op die opmerking een duidelijk en goed voelbaar antwoord. De gevangenen werden nu uit de ruïne, naar de open plek gebracht, waar het nieuwsgierige publiek zich om hen verdrong, en weldra zette de stoet zich in beweging. De Khawassen namen de vier gevangenen in hun midden, en de heeren van het gerecht volgden. Op een wenk van Halef bleef ik met hem achter.
Maar vertel nu verder, Halef! Deze verhaalde: wat er verder gebeurd is, weet gij even goed als ik. Ik haalde Manach in en pakte hem van achteren beet. Hij deed een geweldigen sprong zijwaarts, rukte zich weer los en ik viel op den grond. Ditmaal was hij verstandiger dan vroeger. Hij wierp zich op mij en pakte mij bij mijn keel.
Het leidde mij door een woest, rotsachtig, kloofachtig dal naar een hooger liggend bosch, in welks weeken bodem ik hun spoor zeer duidelijk kon zien, zoodat ik minder scherp behoefde op te letten en dus sneller kon rijden. Al spoedig had ik hen dan ook ingehaald. Sihdi, ik wilde juist vragen, dat men op u zou wachten, zeide Halef. Wat hadt u vergeten?
Hij maakte een toestemmende beweging, want spreken kon hij niet meer. Alle antwoorden had hij trouwens zoo fluisterend gegeven, dat ik mijn oor bij zijn mond had moeten brengen om hem te verstaan. Sihdi, hij sterft! zei Halef medelijdend. Haal water! Hij ging; zijn hulpbetoon was niet meer noodig. De man stierf onder onze handen, zonder nog een enkel woord te zeggen.
Gij hebt mij niets te bevelen. Halef, de zweep! Nauwelijks had ik die drie woorden uitgesproken of de nijlpaarden Kurbatsche viel knallend op den rug van den onwillige neer, en wel zoo krachtig, dat hij terstond tegen den grond sloeg. Tegelijk riep Halef hem toe: Wie heeft je niets te bevelen, ellendige vlegel?
Ja, Halef; maar ga niet rechtop staan, anders zien zij u en schieten. O, wij zijn kogelvrij. Geen gekheid! Kom! Hij kroop door de opening. Oho, wie ligt hier? De slager. Mijn kogel heeft hem gedood, zooals ik wel dacht. Dan heeft hij zijn verdiende loon al gauw gekregen. Allah zij hem genadig! Scherper rondziende, zag ik een ijzeren ring in den rotswand vast gemaakt.
Ziet gij nu wel, dat uw huis werkelijk een moordenaarshol is, zooals u daar straks gezegd is? zeide Halef tot den oude op hoogen toon. Was onze Effendi niet zoo gewoon aan den strijd, had hij niet zooveel tegenwoordigheid van geest, dan lag hij nu dood voor den grond. Maar dan hadt gij eens wat gezien! Nu is alleen ons geduld ten einde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek