United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van deze nalatigheid maakten alzoo de vrijheidminnende bewoners dezer landen gretig gebruik, om zich nader aan elkander te verbinden en eene onafhankelijke volksregering te vestigen, vooral tot onderling hulpbetoon: aan de eene zijde tegen de invallen van de Noormannen en aan de andere zijde tegen de magtig gewordene Graven en Leenmannen.

Hoe sterker de maatschappelijke banden worden, hoe sterker bij den mensch het denkbeeld van hulpbetoon, wordt, doch hij blijft ten achteren om, door middel van beredeneerde beschouwing en doorgronding der dingen, te bepalen bij wie hij hulp bij arbeid en strijd mag ondervinden om haar vruchtbaar voor zijne geestelijke ontwikkeling te doen zijn zie blz. 55 .

Toen later, ten gevolge der scheiding van Kerk en Staat, bij de Staatsregeling van 1 Mei 1798, omtrent den eigendom van de kerkgebouwen en pastoriehuizen der voormaals heerschende Kerk schikkingen tusschen de verschillende kerkgenootschappen waren voorgeschreven, bleek het in deze provincie, en bijzonder in de talrijkste gemeente Leeuwarden, welk een geest van onderlinge welwillendheid en hulpbetoon de onderscheidene gezindten bezielde, en hoe deze, met eerbiediging van ieders regten, belangrijke bezwaren kon opheffen . Mogt die geest, ook in andere tijden en omstandigheden, duurzaam blijven bestaan, en mogten de uiteenloopende kerkgenootschappen allen wedijveren in liefde tot God en de naasten!

Dan is er het ventilatieleger buiten de poort, vernuftig in ploegen verdeeld, zóódat dag en nacht een bestendige luchtstroom in beweging is. De poortwachters houden een waakzaam oog op al de komenden en gaanden. En dan eindelijk nog het "Comité voor Algemeen Hulpbetoon", dat zich buiten de poort ophoudt, om waar 't noodig is bijstand te verleenen.

Nu zijn hulp en bescherming zaken voorkomende bij strijd met collectieve handeling met onderlinge zamenwerking der menschen gepaard gaande en waarvan dus slechts tusschen de medestrijders onderling sprake kan zijn. Ja zelfs bij de aldus strijdende maatschappij, wordt, in het belang der toeneming van hare geestelijke ontwikkeling, bescherming en hulpbetoon beperkt.

De nederige wijze, waarop hij in zijn raadgevingen en hulpbetoon altijd zich zelven op den achtergrond plaatste, en het genomen besluit niet als uit zijn brein gesproten, maar als een gevolg van het algemeene gevoelen der vergadering deed voorkomen, had hem niet slechts de toegenegenheid der broederen, maar ook de gunst van den Abt gewonnen.

De gemeenten kweeken de groote deugden van ouderliefde en eerbied voor de grijsheid aan; zij houden het gevoel van broederschap en gelijkheid levendig, het heilzaam bewustzijn der onderlinge afhankelijkheid en der noodzakelijkheid van wederkeerig hulpbetoon, den geest van onverbreekbare solidariteit, die alle leden van een groot geheel behoort saam te binden.

Hij voelde bij deze gelegenheid werkelijk eenige gewetensknaging; want het eenig hulpbetoon, waartoe hij de vervulling van de belofte aan zijn vader had beperkt, werd door deze schikking feitelijk onuitvoerbaar. De verhuisboedel werd met de boot verzonden, en bestond hoofdzakelijk uit huishoudlinnen, zilver, porselein en boeken, benevens een mooie piano van Marianne.

Zijn lange gegriefheid om de verongelijkingen hem aangedaan; zijn opgekropte geprikkeldheid tegen de geleerde, sierlijke, geraffineerde, verdorven en dorre wereld waarin hij zich nooit had thuisgevoeld; zijn oude liefde voor de natuur en voor de vaderlijke zeden, voor het sober onafhankelijk bestaan van den handwerksman; zijn meegevoel met de armen en verdrukten, met de eenvoudige harten die de groote oude waarheden wisten en in praktijk brachten waardoor de wereld leeft: arbeid, trouw, wederzijdsch hulpbetoon; zijn haat tegen een maatschappij, die kennis en genot voor enkelen slechts bereikte ten koste van de verdierlijking der groote massa en de zedelijke ontaarding van allen; alles wat hij doorleefd en ervaren en gepeinsd had in zijn veelbewogen bestaan verbond zich tot ééne, van gevoel doorklonkene, levensconceptie.

Dat voorts toeneming in beschaving en dus ook in absolute welvaart en rijkdom met zedebederf gepaard zou gaan, is geheel bezijden de waarheid. De beschaving toch versterkt de maatschappelijke banden en dus ook het onderling hulpbetoon en de beredeneerde opoffering voor de publieke zaak.