United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het wezen van Rousseau als dichter-denker, groot als beide, maar de gave missend, om zijn wereld- en levensconceptie neer te leggen in één groote verbeelding, komt aan het licht in den aard zijner werken, die moeilijk onder een bepaale kunstvorm te rangschikken zijn. Zij vormen een vermenging van lyriek, roman, en betoog of wijsgeerige verhandeling. Hoe vrijer en onbestemder de vorm, des te meer kon hij alle krachten van zijn wezen: gevoel, verbeelding, gedachte, doen samenwerken; beeld en betoog, lyrische verheffing en logische redeneering afwisselen. De vorm van den roman-in-brieven, die hij in de "Nouvelle Héloïse" toepaste, was niet zijn eigen vinding: hij ontleende haar aan den engelschen romanschrijver Richardson, voor wien in de kringen der encyclopedisten een uitbundige bewondering werd gekoesterd. Geen wonder: Richardson was de verwezenlijker van hun literair ideaal: getrouwe en volledige afbeelding van het burgerlijk leven. Rousseau nam deze vorm van Richardson over, omdat de roman in brieven zich uitmuntend leende tot het behandelen van ernstige vraagstukken in een omlijsting van fiktie. Wat de engelsche schrijvers wilden bereiken, nl. moreele aandoeningen opwekken bij hun lezers, dat wilde ook hij: en deze gelijkheid van doel voerde ook tot gelijkheid in den vorm. De roman tot aan dien tijd door de fransche modeschrijvers gehanteerd als een instrument om te vermaken en te verstrooien, hetzij door verhalen van lage en platte avonturen gelijk Lesage deed, of van prikkelend-romantische

Zijn lange gegriefheid om de verongelijkingen hem aangedaan; zijn opgekropte geprikkeldheid tegen de geleerde, sierlijke, geraffineerde, verdorven en dorre wereld waarin hij zich nooit had thuisgevoeld; zijn oude liefde voor de natuur en voor de vaderlijke zeden, voor het sober onafhankelijk bestaan van den handwerksman; zijn meegevoel met de armen en verdrukten, met de eenvoudige harten die de groote oude waarheden wisten en in praktijk brachten waardoor de wereld leeft: arbeid, trouw, wederzijdsch hulpbetoon; zijn haat tegen een maatschappij, die kennis en genot voor enkelen slechts bereikte ten koste van de verdierlijking der groote massa en de zedelijke ontaarding van allen; alles wat hij doorleefd en ervaren en gepeinsd had in zijn veelbewogen bestaan verbond zich tot ééne, van gevoel doorklonkene, levensconceptie.