Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
En ook Bohort, Hestor of Acglovael, wees des gewes, mijne zoete nicht! Maar... Galehot? vroeg Ysabele vol belang. Zekerlijk zoude Galehot het hebben volbracht! hield Gawein vol. En Ywein eveneens, zonder sparen! En ook... Gwinebant, mijn oom?
Maar wien hebt gij het meeste lief, Ysabele? Ysabele omhelsde Gwinebant. Gwinebant! antwoordde zij en zag hem diep in de oogen. Gwinebant sloot de zijne. Gaan wij, zeide de jonkvrouw. Ik wil u droomen, deez' nacht, mijn lief! O Ysabele! zuchtte Gwinebant. Zult gij mij droomen deez' nacht, lief? Ja, ik! zeide Gwinebant. Ik zal u droomen en al onze kussen! Zij gingen.
Wel, zoo hij, Gawein, nu zoete Ysabele's gemaal ooit werd Koning Assentijn kòn hare hand niet weigeren den valianten bevrijder van Endi zoû hij, Gawein, dan dulden, dat zij Gwinebant tot ridder er bij koos?
De anderen zwegen steeds: Hestor, modest, zeide nooit veel; Mordret en Didoneel keken malkander wel wetende aan omdat zij beiden dachten aan een aventuur, dat zij met hen beiden voorbereidden en waarvan ik niets anders melden kan dan dat het niet waardig der Tafel-Ronde was; o, zoo Koning Artur er van hadde geweten...! Galehot glimlachte vol felle nieuwsgierigheid en Gwinebant gedacht zich zijn zaligen droom en was, nu Lancelot zitten bleef, bijna niet meer jaloersch op de wandelingen door het vergier, omdat hij zich heugde eigene droomen en droomzaligheden.... Tot plotseling....
Steeds lag bij Gawein Gwinebant vóor over op het breede zaâl; steeds hield Gawein Ysabele omarmd op zijn slinke knie; welke andere ridder van Kerstenhede had dit fayt zoo kunnen volvoeren!
En weder dooven... Als van sluipende demonen...... Het was of hij engelen, heel zacht, vigeliën hoorde zingen voor de vele dooden... En hij wist niet meer of hij gelukkig was of ongelukkig, omdat hij Ysabele's blik benijdde naar Gwinebant, den welschoonen knape, van wien hij ijverzuchtig werd...
Want hij herkende den ridder op de Kar! Maar achter hem had een schelle vrouwekreet weêrklonken. Het was Ysabele, die niet meer juichte om Lancelot; het was Ysabele, die, achter Gawein aanloopende, met velen der baroenen en edelvrouwen Gwinebant had herkend en uitriep: Gwinebant! O, Heiligen van Paradijs!
En het scheen Gwinebant, dat hij de schimme-hand, die tegen speelde, z
Zij spiedden dus beiden een weinig baloorig uit of geen torens tusschen de boomen uit staken, maar het scheen wel, dat eindeloos het foreest zich strekte.... Tot zij plotseling hoorden kreunen en kermen. Het Aventuur! zeide Lancelot en hief den vinger aandachtig op. Het Aventuur! herhaalde Gwinebant. Het gekerm, het gekreun naderde aan.
En hij wierp zich af en de beide ridders omhelsden elkaâr. Lancelot! riep Gawein. Wat ligt mijn Gwinebant, onze jongste en schoonste gezel, op de Kar?! Hij ligt er om ridderlijken plicht! zei Lancelot. Hij ligt er om Lionel te bevrijden, die lag op de Kar schuldeloos! Wij waren uit getogen, Gawein, op queste naar u, die bleef zoek en ontmoetten de Kar en Gwinebant bevrijdde dezen hier: Lionel!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek