Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Gwinebant antwoordde niet; hij wist, voor zich, dat Merlijn, al bleef onzichtbaar de toovenaar, hem iedere nacht, o zaligheid, deed droomen van schoone Ysabele, in zoete vië en amoreuselijk samenzijn en hij vroeg zich af, de schoone knaap, of Merlijn die droomen ook zocht te doen weven volgens draadlooze theorië...? Maar hij vroeg niets aan Lancelot en genoot liever zwijgend de herinnering van den laatsten droom: Ysabele's armen om zijn blonde hoofd, Ysabele's mond op zijn mond.

Toen Merlijn terug in de zaal keerde, na den vertrekkenden uitgeleide te hebben gedaan, vond hij Gwinebant, den neef der koninginne, misnoegd zitten in een zetel en Lancelot bezorgd voor hem staan. Wat is er, wellieve vrienden? vroeg Merlijn; en waarom volgt gij niet alle de anderen van Tafel-Ronde?

En eene kleindochter heeft Assentijn, ik weet het, van zijn zoon, die omkwam in den strijd tegen Rome en zij is geheeten als hare moei was: Ysabele! Ysabele, de tweede Ysabele, zij zal haren oom, Gawein, ontvangen te Endi als eenmaal hare moeie het deed! Gwinebant was opgesprongen, in groote verwarring. Wat meent gij, Merlijn? En wat wenscht gij met al uwe achtergedochten en toovergepeize?

Toen ontroerde zeer Ysabele. Zij wist, dat zij alleen Gwinebant lief had, dien zij eens op het tornooi had gezien en wien zij hare mouwe gegeven had en dien zij nacht aan nacht droomde, droomde in de zoete tooverdroomen en omhelzingen. Maar zij kon het Gawein niet zeggen, omdat zij hem niet ongelukkig wilde maken.

Maar wel zilverige wieken als van waterjofferen en van libellen: sylfewieken... Ook Ysabele's kemenade was vol van dien zelfden vreemden zilverschemer en schijn, dien Gawein, naar buiten starende, zag wemelen uit den hemel.... En Ysabele, op haar kuische bed, wendde zich zachtekens om, met een gebaar als omhelsde zij een, die naast haar lag op de leêge plaats.... En zij droomde van Gwinebant....

Ik en zag haar nie, zoete jonkver.... Ik ben eens armen ridders eenige zoon, verwantloos, en mijn vader stierf, en heer Gawein erbarmde God van Hemelrijk zij hem genadig zich mijner. Zaagt gij, zeg mij, Gwinebant nimmer? Ik en zag hem nimmer, jonkver.... Ik en zag alleenlijk Mordret... en ik zag Didoneel.

Ik ben een groot zondaar, zeide Lancelot; maar ik kan niet anders, zoo helpe mij God. Mijn trouwe is mijne groote zonde. Wij zullen Gawein zekerlijk vinden, zei Gwinebant. Want wij zijn beiden trouwe.... Maar zondig ik alleen, zei Lancelot en seinde Zich drie malen. Toen bekruisde zich drie malen Gwinebant, hoewel hij noch zich, noch Lancelot zeer zondig vond.

Maar Gawein ordineerde Bohort, Hestor, Meleagant en Galehot en Lancelot ordineerde Sagremort, Ywein, Acglovael en Gwinebant en zij weêrstonden den plotsen drang van zoo vele Noordhumberlandsche baroenen. Bij Sint Michiel, wat waren daar goede zwaarden!

O Gawein, eeden van minne zijn als vogelen met vlogelen, die vliegen door de luchten zoodra een ze los uit de handen laat! O Gawein, Ysabele neemt geen minne-eeden in den mond maar hoe kan zij Lancelot of Gwinebant beminnen gaan als zij u bemint, o Gawein! Zoo kus mij, zoete Ysabele......

De huispaap begreep en, om haar logen, seinde hij, onzichtbaar voor Gawein, Ysabele over het hoofd... En bad God van Hemelrijk, dat Hij vergeven zoude... Gawein! riep Gwinebant, bleek op den drempel. Gwinebant! riep Gawein stervende. Kom tot mij! Gwinebant, gesteund, naderde. En hij knielde bij Gawein. Gij hebt mij gered, Gawein, zeide hij. En gij sterft van de wonde, die gij voor mij opvingt!

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek