Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 mei 2025
»En tòch moet er in 't Noorden een weg zijn; anders is het onmogelijk, dat de Sibaoe's daar langs komen," zei Kees gemelijk. »Er is geen weg, heer," zei de oude Dajak. »Ik zelf ben daar wel geweest om te jagen; maar overal stuit men op ontoegankelijke bergwanden." »En de toegangsweg naar het Oosten?" vroeg Kees gejaagd.
Dit zeggende, gaat de schilder zitten en schrijft in enkele minuten de verklaring van het cijferschrift op. Daarna vervolgt hij: "Berg dat goed weg bij de brieven," en geeft den sleutel aan Guy; glimlachend zegt hij op halfluiden toon: "Mij dunkt, dat gij u nu wel zult haasten om te vertrekken, met dien prijs op uw hoofd." "Ik ga niet vóór van avond," antwoordt Chester, bijna gemelijk.
Zij sprak er over met haar vrienden en hoorde wat Rogier geantwoord had; dan vroeg zij of de krijg nog lang zou duren en hoe ver Capraia was, maar Tamalone met zijn muts in de hand om naar buiten te gaan, antwoordde gemelijk dat hij 't niet wist.
Eerst hoorden zij hem gemelijk aan, maar toen zij eindelijk het punt ontdekten waar hij hen hebben wilde, werd zijn plan met een luid "hoera" begroet, een prachtig denkbeeld genoemd en werd er verklaard, dat, als hij het dadelijk had medegedeeld, zij niet aan naar huis gaan gedacht zouden hebben.
"Men kan niet ontkennen," zoo schrijft genoemde natuuronderzoeker, "dat zij ondeugend, kwaadaardig, valsch, driftig, haatdragend, in ieder opzicht wellustig, twistziek, vechtlustig, heerschzuchtig, prikkelbaar en gemelijk zijn, in één woord, dat zij de verachtelijkste hartstochten bezitten; zij stellen er een boosaardig genot in, om alle soorten van gemeene streken uittehalen; maar toch moeten wij erkennen, dat zij dikwijls voorzichtig en vroolijk, zacht en goedaardig zijn en vriendschap en vertrouwen betoonen; zij zijn van eene gezellige natuur, moedig, aan hunne medeapen gehecht, en verdedigen ze moedig, zelfs tegen vijanden, die hen in kracht overtreffen.
Wanneer de Roodhuid een palaver houdt, is er geen einde aan zijn woordenvloed. Het onderhoud zou misschien verscheiden uren geduurd hebben, indien Old Shatterhand hem niet reeds bij de inleiding den pas daartoe had afgesneden. De Roodhuid keek hem half verwonderd, half gemelijk aan, nam weer plaats op den grond, en zei: "De Oude Donder is een beroemd hoofdman.
Voor de wandelaars had hij geen oog; de wonderwerken, die zij voorbijgingen, ontlokten hem geen enkelen uitroep van verbazing. Zwijgend, ja gemelijk vervolgde hij zijnen weg. Die verandering van stemming was aan de onverwachte verschijning van Messala te wijten. Het verledene stond hem op eens zoo levendig voor den geest.
Fieken komt niet, Frits Sahlmann niet: die verd... 'k wou zeggen dat goddelooze Fransozentuig heeft alles hier in huis in de war gemaakt. Wat moet dat?" De vrouw van mijnheer den baljuw was een kleine goedaardige vrouw, een weinig zwak van persoon, doch daarbij niet gemelijk en steeds bereid, om in vriendelijkheid de wonderlijke invallen van den ouden heer te verdragen.
"Zoo," sprak de kleine jongen wat gemelijk, "als dat alles toch niets beteekent, behoef ik me dus op school ook niet zoo in te spannen." "Hoor me zoo'n schelm eens aan," riep de fee lachend uit. "Ik wist 't wel, dat je die gevolgtrekking zoudt maken! Neen, mijn kind, zoo moet je niet redeneeren.
»Wanneer moet het gebeuren?« vroeg Nancy, en hield hiermee den een of anderen razenden uitroep van Sikes tegen, waarin deze zijn afkeer wilde uitdrukken voor Fagin's betuiging van menschelijkheid. »Ja,« zei de Jood, »wanneer moet 't gebeuren, Bill?« »Ik heb met Toby plan gemaakt voor overmorgen nacht,« antwoordde Sikes gemelijk, »als hij 't tegendeel niet van me hoort.«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek