Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Toen zij een tijdje geloopen hadden, zagen zij een jager; die lag op de knieën, had zijn geweer aangelegd en mikte. »Jager, wat ga je schieten?« vroeg de baas. »Twee uur van hier, zit een vlieg op den tak van een eikeboom, die wil ik het linker oog uitschieten. »O, ga maar mee!« zei de soldaat, »als wij drieën bij elkaar zijn, komen wij de heele wereld door!«
»Zeg, jongens, willen wij nu eens wat anders gaan spelen?» vroeg Bob. »Ja, wat dan?» »Verstoppertje?» »Ja, ja, verstoppertje! Dat is goed! Wie zal hem wezen?» »Ik wel!» zei Karel Holm. »De eikeboom is honk, en wij mogen niet verder dan tot aan den schoenmaker aan de eene en de brug aan de andere zijde. Is dat afgesproken?» »Goed, niet verder dan de brug en den schoenmaker!
Alleen Bob gevoelde zich boven in den top van den eikeboom volkomen veilig en zeer goed op zijn gemak. »Ga op de vlucht!» riep hij Pieter toe, die nog altijd tegen den lantaarnpaal stond. »'k Durf niet o help!» kreunde Piet. »Stel hem voor, de vredespijp met je te rooken,» plaagde Bob, die schik in het geval begon te krijgen. »O Bob!» was alles, wat Piet antwoordde.
Bedenk nu niet de analogie met andere gevallen van gelijken aard: bedenk het Algemeene, den groei; de verbandstelling tusschen het nietig ovaalvormig zaadje, dat gij nederwierpt èn deze schoone volle plant; er is niet één overeenkomst; het is even wonderlijk als dat een krokodil een eikeboom werd of een paddestoel veranderde in een mensch.
De driftige Adeelen, die van de eersten verschenen was, was ook de eerste die het sein daartoe gaf, door met zijn staf eenige helderklinkende slagen te geven op een zwaar schild, dat midden op het plein boven de zitplaats des voorzitters aan een ouden dwergachtigen eikeboom was opgehangen en waarop het wapen van Friesland was afgebeeld, zijnde een man, die in volle wapenrusting onder een boom stond, in de eene hand een lans en in de andere een ontbloot, naar den schouder gekeerd zwaard vasthoudende.
De overste werd bloedrood in het aangezicht, één oogenblik slechts, en, zoo bleek als de dood trad hij toen een paar schreden achteruit, greep naar zijn degen, en 't was alsof eene vreeselijke daad van geweld als een spook achter hem stond en zijne hand wilde besturen, ook maar één oogenblik; haastig keert hij zich om en gaat met groote schreden de gang af; en Fieken, die in de keuken, door eene reet in de deur alles had aangezien, zeide naderhand altijd, dat ze zóó iets van haar leven niet gezien had; "hij was immers een knap man en had een vriendelijk gezicht," voegde zij er bij; "maar, toen hij zoo de gang afkwam, toen weet ik niet, hoe 't mij op eens zoo inviel, dat ik eens, toen ik nog ganzen hoedde, midden in den zomer, bij helderen zonneschijn een dwarrelwind heb beleefd, die, eer 'k mijne hand omdraaien kon, van den mooien eikeboom achter den pastorietuin al de takken afbrak, zoodat alles door malkaar vloog; en zóó vloog 't ook over zijn gezicht."
Ze hadden allen een tak van den eikeboom in de hand, en stapten er moedig en zelfs tamelijk luidruchtig op los. "Jongens, we zullen aan de ramen tikken!" riep Piet van Dril. "Ja, en tegen de deur schoppen, zoo hard, dat zelfs eene heks er bang van wordt!" schreeuwde Jan van Bakel.
Een avond, bij theevisite, waagde Pieter het voorzichtig 'n advocaat te polsen, die in het dorp 'n grooten naam had, omdat-ie 'n paar maal candidaat voor de Tweede Kamer was geweest en in 'n beruchte zaak de beruchten vrij had gepleit. "Amice," vroeg-ie langs z'n neus weg: "mag je in 'n eikeboom bij Jonkheer Sannes klauteren?"
Sommigen der eersten in rijkeren tooi, den korten mantel van fluweel op den schouder, doch evenals al die mannen de hoofden ontbloot, de eerstgenoemden hun laag ronden hoed in de hand, de laatsten de fulpen baret met golvende pluimen. En daar, nabij den forschen eikeboom, daar staat op een lage vierkante kar een man in zwarte kleeding.
Maar nu ontstond er eene zwarigheid, waaraan niemand gedacht had; wat moest er van mijn oom Herse worden? Toen de molenaar en de bakker en al de anderen de gerechtszaal uit, en van hem weggegaan waren, stond daar mijn oom Herse nog, als een statige, eenzame eikeboom in eene houtvelling, dien de houtvester alleen om zijne statigheid verschoond had.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek