United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Go," zei hij zacht, "weet je dien avond nog in je kamer, toen je m'n steun wilde zijn?" En met de onverwachte stemmingswisseling, die hem weer zoo aan vroeger herinnerde, riep ze uit: "O Eddy, ik weet nog alles precies, en ik vóel 't nog, al is 't dwaasheid... en soms denk ik, dat ik nóóit zal leeren wijs te zijn, omdat ik zoo anders ben dan de anderen...."

Ze zat weer alleen te werken, in onvrede met zichzelf, met donkere voorgevoelens van droeve dingen, die gebeuren zouden, stemming, waar ze onder leed, sinds ze weer hier was teruggekeerd, toen opeens Gerard binnenkwam, 't gezicht bleek, de blauwe oogen onrustig wijd-open. "Je moet niet schrikken, Go; ik moet je iets akeligs vertellen." "Eddy!" gilde ze, de handen uitstrekkend.

"Wat ben je opgewonden van avond, Eddy," begon hij, hem dien ouden naam gevend met zekeren spot. "Ik heb je toch immers al verteld, dat ik dien bal-avond al even ver met 'r was als jij nu. Ze gaf me net zulke hartelijke handdrukjes en keek me ook erg verliefd aan. Wat beteekent dat nou bij zoo'n geil dier van 'n meid!" Maar 't had niet de verwachte uitwerking.

"'t Lijkt 'n brautzug," lachte Eddy, terwijl hij met Go achter den praeses met z'n meisje aanstapte. "Waarom houën we niet elke week 'n picnic." juichte De Veer. "Er is op de heele wereld niets heerlijkers te bedenken." "Ach, ventje, dat is alleen, omdat 't zoo iets nieuws voor je is! Dat is de heele charme. 'n Mensch is niets dan 'n gewoonte-dier.

Ze kon 'm niet laten gaan; ze moest toch zeggen, dat ze 't zoo akelig vond... "Waar ga-je heen?" Hij moest naar de kroeg, afgesproken met vrienden... "Waaróm nou? Ik heb je al zoo lang niet gezien." Ja, maar ze zouën spelen, kaarten... " nee, Eddy, doe 't niet." Er had in z'n oogen dat ongeduld gebrand, dat haar altijd even bang maakte: "Natuurlijk zal ik gaan."

Vind ik m'n leven treurig, als jij niet bij me bent, die me met je groote meelijdende oogen suggereert: "arme jongen, eenzame lijder...." Onzin, onzin.... Ik ben immers zelden verdrietig.... jij máákt me melancoliek, of misschien heb ik vandaag 'n kater." "O, Eddy, ik wou maar, dat ik je helpen kon." Hun oogen gingen in elkaar; van beiden zacht in medelijden.

"Kom, wees nou niet zoo flauw," kwam Frieda tusschenbeide, die zag, dat Hoefman 't geplaag wat vervelend ging vinden. "Hij zal even goed smaken; wie 'm akelig vindt, hoeft 'm niet te eten. Geef maar 'n mes; dan zal ik 'm snijden." "Ja, wie heeft voor de messen gezorgd?" "En voor de vorken?" "En voor de vingerkommetjes? Heb jij die misschien in je city-bag, Eddy?"

Ze zwegen weer, dachten allen aan de toekomst, die zoo dicht bij scheen op zoo'n avond; zochten de profetie van hun leven in den muur en de sterren. Go verlangde naar Eddy: hoe zouden ze elkaar nog nader komen? Was zij niet 't eenige meisje, van wie hij notitie nam; was 't niet iets van-zelf-sprekends geworden, dat ze altijd samen waren? En zou dit eindigen in 'n engagement, 'n huwelijk?

"Nou, zoo in 't begin van de maand, Eddy?" en Eduard vertelde lachend aan Go, dat hij en Wim en Rolands 'n driemanschap hadden gesloten tegen die lastige rustverstoorders: in 't begin van de maand huisde ieder op de kamer van den ander, zoodat "meneer" nooit thuis was, en ze toch niet den heelen dag in bed hoefden te blijven, of op de kroeg te hangen.

Ze dacht, hoe niemand wist, dat ze hier zóó zat; thuis niet, en geen van de menschen hier, en ze peinsde, of op dit oogenblik iemand op de heele wereld aan haar denken zou: vader en moeder en de kleintjes, of Gerard, of Lize... zelfs Eddy niet?